Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

[fol. 117r\Elkana. Hanna. Peninna]

Het Eerste Boeck SAMUELS.

Inhoudt deses Boecks.

VOOR eerst wort in dit Boeck verhaelt ende beschreven de geboorte Samuels, ende hoe sijne moeder hem ten dienste Godes heeft ge-eygent: mitsgaders de lofsangh sijner moeder: als oock de moetwillige boosheyt der sonen Eli, die door eenen Man Godes hier over wort bestraft, ende hem wort voorseyt den ondergangh sijnes huys: ’t welck hem Samuel oock verkondight: die tot eenen Propheet van Godt verordineert, ende voor sulcks van het volck erkent wort. Daer na wort in dit Boeck verhaelt, hoe Israël van de Philistijnen zy geslagen, ende hoe de Arke genomen, ende wech gevoert zy geworden: ’t welck Eli hoorende, soo valt hy achter over ende breeckt den hals: De Philistijnen brengen de Arke des Heeren in den Tempel hares afgodts Dagons, die van boven neder valt, ende in stucken breeckt, ende de Philistijnen worden jammerlick van Godt geplaegt aen de heymelicke plaetsen hares lichaems: Daerom schicken sy de Arke des verbonts weder met geschencken: Sy komt te Beth-Semes in ’t lant van Iuda: van daer wortse gevoert na Kiriath-Iearim, alwaer Samuel een reformatie in den Godtsdienst aenstelt: Ende hy roept het volck te samen te Mizpa, daer de Philistijnen haer meynden te overvallen, maer Godt verschricktese met eenen grooten donder, ende sy worden van de Israëliten geslagen. De sonen Samuels, zijnde in sijnen ouderdom van hem tot Richters gemaeckt, en volgen de voetstappen hares vaders niet, daerom begeeren de Israëliten eenen Koningh, ’t welck den Heere mishaegt, die haer door Samuel voordraeght, hoe sy van den Koningh souden gehandelt werden: Doch als het volck evenwel by dit versoeck verhardde, soo heeft Godt, ende Samuel, daer in verwillight: ende hy seyt Saul, die tot hem te Mizpa gekomen was, dat hy die man was die tot Koningh over Israël soude gestelt worden: ende hy salft hem tot Koningh: die slaet in den beginne sijner regeeringe de Ammoniten: Samuel verlaett sijn Richter-ampt, ende na dat hy verhaelt hadde, hoe hy sich daer in gedragen hadde, wort hy met een heerlick getuygenisse verlaten, ende bedanckt. Saul ende Ionathan voeren krijgh tegens de Philistijnen, ende andere, ende slaense. Saul wort van Samuel aengeseyt, dat de Heere het Koninckrijcke van hem soude nemen, ende hy salft David tot eenen Koningh over Israël. Die met den reuse Goliath kampt, ende hem overwint. Saul jaloers geworden zijnde over de eere ende achtbaerheyt die David wert aengedaen, staet hem na sijn leven: Die daerom van het hof vluchtt, ende komt tot Samuel te Najoth, ende hy maeckt een verbont van vrientschap met Ionathan, Sauls sone: Hy vluchtt, ende neemt sijnen toevlucht tot Achis den Koningh der Philistijnen, daer hy sich aenstelt als of hy niet wijs en ware. Hy treckt na Adullam, daer sijne vrienden ende andere tot hem vergaderen: Doch hy dwaelt van den eenen tot den anderen: ende Saul laet den Priester Achimelech, ende het geheele huys sijns vaders dooden, als oock vijf en tachtentigh Priesters, ende de burgers te Nob, om dat sy David met de sijne hadden geherberght ende gespijst. David vluchtt na de woestijne Siph, van daer na de woestijne Maon, daer Saul hem al vervolght, tot dat hy tijdinge krijght, dat hem de Philistijnen in ’t lant gevallen waren: dewelcke hy gestutt hebbende, David al voorder vervolght: Doch eyndelick voor den selven sijne schult bekennende, bidt hy David, dat hy sijn geslachte wille verschoonen, als hy Koningh soude geworden zijn. Daer na wort verhaelt de doot des Propheten Samuels, ende Davids handelinge met Nabal, ende met Abigaïl: Item, hoe Saul voort gevaren zy in ’t vervolgen van David: Alsoo dat hy eyndelick gevluchtt is tot Achis den Koningh te Gath, die hem de stadt Ziklag geeft, uyt dewelcke hy met sijn krijghsvolck treckende, eenige van de benabuerde volckeren berooft, ende doot slaet. Als nu de Philistijnen met grooter macht ten stryde trocken tegen Israël, soo vraegt Saul den Heere, maer als hy hem niet en antwoordde, soo soeckt Saul raet by een waerseghster. David willigh ende bereyt zijnde om met den Koningh Achis ten strijde te trecken tegen Saul, wort te rugge gesonden. In sijn absentie wort Ziklag van de Amalekiten geplundert, doch hy ontjaeght haer den buyt weder. Eyndelick wort in dit Boeck beschreven de doot ende ondergangh Sauls, ende sijner sonen.

In dit eerste Boeck Samuelis worden beschreven de geschiedenissen van tachtentigh jaren; namelick veertigh jaren onder de regeeringe des Priesters Eli, Cap. 4. vers 18. Ende dan noch veertigh jaren onder de regeeringe Samuels ende Sauls, Actor. 13.21.

Dit Boeck (als oock het naestvolgende) wort genoemt het Boeck Samuels, om dat in ’t selve beschreven ende verhaelt worden de ouders, de geboorte, ende optreckinge, oock jonckheyt, leven, ende regeeringe Samuels, als Richters over Israël: mitsgaders het leven van twee Koningen, die, door het bevel Godes, van hem tot Koningen over het volck van Israël gesalft zijn. De Griecksche ende oude Latijnsche Oversetters hebben de twee Boecken Samuelis, ende de twee naestvolgende, t’samen gevoeght, ende hebbense alle viere genoemt de Boecken der Koningen, om dat in dese vier Boecken verhaelt wort het leven, ende de voornaemste daden aller Koningen, die over het volck Godes geregeert hebben, van den eersten tot den laetsten toe, tot dat de Konincklicke regeeringe, door Godes rechtveerdigh oordeel, een eynde onder het selve genomen heeft.