Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen(1832)–Anoniem Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Luilekkerland. Wijze: Toen ik laatst mijn geitjes weidde. Ach! hoe menig Dichter droomde Van Saturnus gouden tijd; Toen men dief noch roover schroomde. Ja, niet wist van haat of nijd. Toen geen kouter d' akker kliefde; 't Veld beplant werd noch bezaaid: Maar door ieder, wat hem bliefde. Werd geplukt of afgemaaid. [pagina 48] [p. 48] Dit zijn droomen, luchtkasteelen, Hersenschimmen, mooi in schijn, Die den toets niet kunnen velen; Hoe versierd, hoe schoon zij zijn. Liever wil ik u dan toonen 't Wegje naar Luilekkerland, Waar een ieder rijk kan wonen, Zonder Salomo's verstand. Valies of reiszak is onnoodig, Alles vindt gij hier gereed. Geld is ook al overbodig, Als gij daarin binnen treedt. Knie en rug moet buigzaam wezen, Als fluweel de tong zoo zacht! Geen geweten moet gij vreezen, Noch op leugens slaat gij acht. Als gij u dus kunt gedragen, Vindt gij ras een' grooten vrind, Die u zet op zijnen wagen, En u voortkruit als de wind. [pagina 49] [p. 49] Ras hoort gij dan uittrompetten, Hoe uw braafheid, uw verstand Glans en luister bij kan zetten Aan het vet Luilekkerland. Hoe de tijden mogen draaijen, Hoe het wentelt, goed of slecht, Altoos valt 'er wat te maaijen Voor der rijken lagen knecht. 'k Lach dan om die gouden tijden, 'k Lach om trouwheid en verstand; Daar toch Ezels 't spoedigst rijden Naar het vet Luilekkerland. Vorige Volgende