Spiegel der Letteren. Jaargang 9
(1965-1966)– [tijdschrift] Spiegel der Letteren– Auteursrechtelijk beschermdHet ‘schoon Coninc Spel’ uit Dboeck der Amoreusheyt (1580) geidentificeerdHet Boeck der Amoreusheyt is een verzameling rijmwerken van verschillende rederijkers, waarvan vier Antwerpse uitgaven bekend zijn; de oudste ‘gheprint tAntwerpen by Guillaem van Parijs, anno 1580’ is in het bezit van de Maatsch. d. Nederl. Letterkunde te Leiden en draagt als signatuur 1497 F 21:1. F. Kossmann meent dat het Boeck der Amoreusheyt, dat alle kleinere stukken bevat die in Marius Lauriers Conste der Minnen (1564) voorkomen, bedoeld is om deze laatste, die sedert 1570 op de index stond, bij de belangstellende lezers te vervangen. Hij acht het dan ook niet onwaarschijnlijk, dat de Ieperse boekverkoper de samensteller ervan is geweestGa naar voetnoot1. | |
[pagina 264]
| |
Het is niet onze bedoeling hier de problemen te bespreken, die door het Boeck der Amoreusheyt gesteld worden. Wij willen enkel wijzen op het volgende, dat tot op heden aan de speurzin en de aandacht van onze literairhistorici schijnt ontsnaptGa naar voetnoot2: Fol. J 1vo-J 7vo van DBoeck der Amoreusheyt komt voor ‘een schoon Coninc Spel voor den minnaers, waerinne vele schoone gheraetselen wt ghegheuen worden, zeer nuechelyck.’ Reeds een oppervlakkige kennismaking ermee vestigde bij ons het vermoeden (hetgeen later tot zekerheid groeide), dat wij hier te doen hebben met een tekst die, behoudens geringe wijzigingen en weglating der eigennamen, woordelijk overeenkomt met cap. 94 en een groot gedeelte van cap. 95 van het volksboek van Margariete van Lymborch, dat zelf een dérimage is van gedicht tot prozaverhaal van de roman van Heinric en Margriete van Limborch, die gewoonlijk wordt toegeschreven aan Hein van AkenGa naar voetnoot3. Dit volksboek, dat zekere esthetische kwaliteiten bezit, niet het minst omdat bepaalde stukken ervan, inzonderheid het gehele cap. 94 en het gedeelte van cap. 95 die ons hier interesseren, in kunstige rederijkersverzen zijn bewerkt, is voor het eerst uitgegeven door Willem Vorsterman te Antwerpen in 1516Ga naar voetnoot4 en opnieuw voor de druk bezorgd door Fr. J. Schellart in 1952Ga naar voetnoot5. De varianten die in het ‘schoon Coninc Spel’ worden aangetroffen, zijn over het algemeen weinig belangrijk. Zij betreffen vooral uiterlijkheden in de spelling en laten slechts op enkele zeldzame plaatsen toe de lezing van het volksboek te verbeteren (wij citeren naar bladzijde, kolom en versregel in de ed.-Schellart): blz. 97a, vs. 33 Lymb. goede cier, BA goedertier; 97b, vs. 14 Lymb. dat is tsinste, BA wie is de ghesinste; 98a, vs. 25 Lymb. Mer, BA Met; vs. 28 Lymb. Ende, BA En; 99a, vs. 27 Lymb. rede, BA reden; 99b, vs. 27 Lymb. take, BA sake; 101a, vs. 5 Lymb. heren, BA ghelieuen; vs. 15 Lymb. sijn, BA zijt; vs. 30 Lymb. profect, BA perfectie; 101b, vs. 1 Lymb. My en, BA Men. Vaak is niet zonder meer uit te maken welke de oorspronkelijke lezing kan zijn geweest: blz. 98b, vs. 3 Lymb. vlincken, BA blincken; vs. 6 Lymb. te seyse (= te cijnse?), BA dees reyse; vs. 13 Lymb. Joasteren tornueren alle manieren, BA Gracieuselyck in alle manieren; 99a, vs. 20 Lymb. breke, BA ghebreke; 101a, vs. 14 Lymb. gevuecht, BA ghenuecht; 102a, vs. 32 Lymb. smaken, BA maken. | |
[pagina 265]
| |
Soms in de lezing van BA een aparte fout en valt die van het volksboek te prefereren: blz. 97a, vs. 20 Lymb. betert, BA breet is; 97b, vs. 7 ontbr. in BA; vs. 13 Lymb. tellen, BA telcken; 98a, vs. 31 Lymb. hant, BA hadt. Een enkele maal is de variant het gevolg van het feit dat het ‘schoon Coninc Spel’ als een afzonderlijk stuk is bedoeld, dat niet langer verband houdt met de avonturen die in het volksboek worden verhaald: 102a, vss. 9, 10 Lymb. soude eens hertogen sone de crone ontfaen Van griecken tware naerder edelheit scande, BA Soude ghy in sulcx Jonckheere my ontfaen Twaer mijnder edelheyt groote schande; vss. 36, 37 Lymb. Ic sal hoopic uwen vadere ter wraken Den soudaen van babilonien so geraken, BA Ick sal hoop ick uwen vader soo vermaken Dat wy soo in zijn gratie sullen gheraken. Tenslotte nog dit: het ‘schoon Coninc Spel’ is niet de eerste bewerking van een der bekoorlijkste episodes uit de roman van Limborch, met name het koningsspelGa naar voetnoot6, waarbij de namen van de personages uit het verhaal zijn vervangen door een ongenoemde jonkheer en jonkvrouwe. Reeds eerder was dit gebeurd in de anonieme bewerking van het tot 246 verzen bekorte spel, die voorkomt in handschrift 75H57 op de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en die door Eelco Verwijs is uitgegevenGa naar voetnoot7.
Gent. w.e. hegman |
|