Dr. O.A. Webermann, lector aan de universiteit te Göttingen, was zo vriendelijk mij bovenstaande en enkele andere inlichtingen te verstrekken betreffende de vernieuwingsfase in de Estische letterkunde bij het begin van deze eeuw, nadat ik getroffen was geweest door een alinea in zijn artikel ‘In memoriam Gustav Suits’ (Commentationes Balticae, 6/7, Bonn 1959, overdr., blz. 18-26). Deze alinea luidt als volgt (blz. 20):
‘Um die grosse Bedeutung der Jung-Estland-Gruppe richtig zu verstehen, muss man im Auge behalten, dass in Estland jahrhundertelang eine höhere Schicht mit estnischer Muttersprache gefehlt und die Landbevölkerung die völkische Substanz gebildet hatte, eine Tatsache, die auch den Charakter des kulturellen Lebens bestimmte. Wenn nun Estnisch Kultursprache sein sollte, so musste eine eigene höhere Kultur erst aufgebaut werden. Es war also eine unvermeidliche Forderung, das Provinzielle zu durchbrechen und auch an die eigene Kultur einen höheren Masstab anzulegen. Diese Forderung hat Gustav Suits kurz und treffend zusammengefasst: Mehr Kultur, mehr europäische Kultur! Wir wollen Esten sein, aber auch Europäer werden! (Enam kultuuri, enam euroopalist kultuuri! Olgem eestlased, aga saagem ka eurooplasteks!)’
Volgens een mededeling van Dr. Webermann komt de gecursiveerde uitroep voor in het artikel-manifest ‘Noorte püüded’ (Het streven van de jeugd), waarmee de student Suits het verzamelwerk Noor Eesti (Tartu 1905) opende en inleidde. Het artikel beslaat blz. 3-9. Het citaat luidt daar volledig en in de oorspronkelijke oude spelling (blz. 17): Enam kulturi! See en kôigi wabastawate aadete ja püüete esimene tingimine. Enam europalist kulturi! Olgem eestlased, aga saagem ka europlasteks! (Meer cultuur! Dat is de eerste vereiste voor alle bevrijdende ideeën en strevingen. Meer Europese cultuur! Wij willen Esten zijn, maar ook Europeërs worden!) Nog een laatste precisering: het manuscript van het verzamelwerk was persklaar in 1904, maar kon wegens moeilijkheden met de censuur pas het volgend jaar verschijnen.
Heeft de slogan van Vermeylen Suits geïnspireerd? Die van Vermeylen verscheen in 1900, die van Suits in 1905. En er is de omstandigheid dat Suits Nederlands kende. In de jaren '20 heeft hij aan de universiteit te Tartu college gegeven over Frederik van Eeden, over wie hij trouwens een essay publiceerde in het tijdschrift Looming. Een bundel door hem in het Estisch vertaalde Nederlandse gedichten heeft hij in 1938 in het licht gezonden onder de titel Hollandi värsipôimik. Maar het schijnt wel vast te staan dat de 21-jarige student Suits, die Est wilde zijn maar ook Europeër wilde worden, nog geen Nederlands kende en niet op de hoogte was van wat enkele jaren te voren in Vlaanderen was gebeurd.
Hoogstwaarschijnlijk staan we voor een geval van parallellisme, een belangwekkend en leerrijk geval, waaruit is op te maken hoe in gelijkaardige cultureel-sociale omstandigheden op het lokaal vlak en onder de