Het speel-schuytje met vrolyke naay-meysjes zingende en queelende de aldernieuwste gezangen(1751)–Anoniem Het speel-schuytje met vrolyke naay-meysjes zingende en queelende de aldernieuwste gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Herders-Zang, tusschen Koridon en Silvia. Stem: Lieffelyk Bosje. K. O Eenzaem Boschje, ach! mogt ik hier vinden: bis Mijn troosje mijn leven, mijn vreugd, mijn beminde, Mijn zieltje, mijn hoop en mijn hertje; mijn zin, Mijn engel op aerde, mijn Herderin; Hoe zou mijn' stem door uw' bladeren dringen, Nagtegael, 't kneutje en het knaritje zingen, En kweelen vol vreugden in 't jeugdige Woud, Daer nu mijn verlangen mijn zieltje benout. bis 2. Ach! ach! waer mag tog mijn Silvia blijven? Wat mag tog, wat mag tog die schoone bedryven Ach! Silvia, hoort tog uw Koridon Hier zugten en klagen aen dese Bron, [pagina 50] [p. 50] En, op zijn Fluytje zijn treurig Lied speelen, In Elze schaduwe en klaet'rende Abelen: Ach! kom dan mijn Engel, mijn Zieltje, zo niet U Koridons leven is enkel verdriet. bis 3. S. Wie hoor ik ginder, in 't ruysschen der bomen, bis Dus kweelen en speelen, en nader by koomen? Wat zie ik ô! vreugde! mijn' blonde zon: Mijn liefje! mijn Herder, mijn Koridon Hier in dees' digte beboomde plantazie; Dus eenzaem wandelen in dees' Bosschazie! ô! Lieffelijk ontmoeten, ô! vreugdigen dag! Staek Koridon, Koridon, staek u geklag bis 4. K. Mijn zoete Bekje, hoe strekt mijn verlange, bis Om by u te wezen, en van u te ontfangen, Voldoening van minne, mijn Silvia, Mijn hertje, lief, huppelt u over al na: Laet ons te samen de Schaepjes nu weyden, U trouwen Herder zal ze geleyden In grazige weyden en hoeden en voen: Kom, zoetert, een kusje, kom zit hier in 't groen. bis 5. S. Zagt zoeten Herder, wat wilje beginnen? bis Hoe benje dus jagtig en vaerdig in 't minnen? Ay, staek tog een weynig u drieftige lust; Gun Silvia onder dees' boompjes wat rust; Ik zal met kransjes van groene Lauwrieren, En geurig blos, mijn Koridon cieren, En Kroonen uw Hoofje met Bloempjes en kruyd. Eerst Koridon Bruygom en Silvia Bruyd. bis [pagina 51] [p. 51] 6. K. Zal dan uw Herder zijn' lustjes niet blussen, bis U Lieflijk omarmen en streelen en kussen, In zuyvere drifjes van liefde en van min? S. Ja Herder, niet verder voldoet gy mijn zin: K. ô! Zoet omhelzen, hoe doet gy my blaken! S. Koridon wilt uw lustjes nu staken, Kom, maken wy t'zamen een heylig verbond, Van Trouw en van Liefde. K. Kom gaen wy terstond. bis Vorige Volgende