Het speel-schuytje met vrolyke naay-meysjes zingende en queelende de aldernieuwste gezangen
(1751)–Anoniem Het speel-schuytje met vrolyke naay-meysjes zingende en queelende de aldernieuwste gezangen– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
[pagina 43]
| |
Op 't moment dat Groot Brittanje
Zal doen vieren dezen Stam,
Zijnen dag dat wierd geboren:
'k Roep dan nogmaels uytverkooren,
En wel eed'le Jonge Spruyt,
Welkom heden: welkom heden,
Tot aen 's Hemels wolken uyt.
'k Zal u eeuwig lof toe schrijven,
Want gy zijt het waerlijk waerd:
Oranje moet in heugnis blijven,
Soo lang als de Son op aerd'
Zal zyn glans en schijnsel geven,
Zo lang moet Oranje leven
In het hart van Nederland:
Want haer daden: want haer daden
Staen daer binnen in geplant.
't Rijk Almanje weet te spreeken
Van hun mannen dapperheyd:
Den Lely-Vorst is 't ook gebleken,
In zoo meening harden strijd:
Hoe Oranje op zijn wagen
Heeft de zeegen weg gedragen:
Ja, ook meenig Stad van kragt,
Door zijn degen: door zijn degen
Kloek gerukt uyt 's Vyands magt.
Zulk een doen heeft me ook te wagten
Van U Jong Oranje-Blom,
Wanneer Mavors oorlogs-magten
Eens doen hooren haer gebrom
Van de Trommen en Trompetten,
Daer men ziet den Zabel wetten,
Op des vyands bekkeneel:
Dan naer wenschen: dan naer wenschen
Valt de glory u ten deel.
Slaen ik 't oog eens na den Hemel,
Ik zie dit alles daer geprent,
| |
[pagina 44]
| |
Heel het ondermaens gewemel,
En 't verligte Firmament:
Komt steeds van uw deugd gewagen,
Die men in het fierst der dagen
Reeds in al uw doen beschouwd,
Zo doorschijnend: zo doorschijnend
Als het glansrijk rooder goud.
Vrouw Natuer wil voort bewercken,
U doorlugte en Jonge Vorst:
Pallas ook uw hooft versterken,
Dat het breyn der Vorsten torst,
Zy ons wensch: Naar weynig dagen
Moet men in uw Statie-wagen
Zien een Ega uw's gelijk,
Welkers schoonheyd: welkers schoonheyd
Blinkt tot aen het Hemelrijk.
Hoor eens hoe dat Bosch en Boomen,
Velde, Beemde, juychen al,
Goden op de Water-stromen,
Om en in ons Amstel dal:
Roepen welkom Prins verheven,
Gy strekt ons hier in dit leven
Tot een glans en Middag-zon:
Van meer waerde: van meer waerde
Als de schat van Salomon.
Groot en kleyn het komt zig buygen,
Bieden u haer hart en hand,
Om hun blijdschap te betuygen,
Ny gy in ons Amstelland
Komt het agste Wonder kijken:
Dies laet ik mijn vreugd ook blyken,
En zeg heden tot besluyt:
Welkom Prinse: welkom Prinse,
Hoog gedugte Oranje-spruyt.
|
|