Spektator. Jaargang 13
(1983-1984)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Robert Burns en de Nederlandse letterkunde
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1786 schreef hij aan zijn goede vriend, Gavin Hamilton: ‘(...) For my own affairs, I am in a fair way of becoming as eminent as Thomas a Kempis or John Bunyan; and you may expect henceforth to see my birthday inserted among the wonderful events, in the Poor Robin's and Aberdeen Almanacks, along with the Black Monday & the battle of Bothwel bridge- My lord Glencairn & the Dean of Faculty, Mr. H. Erskine have taken me under their wing; and by all probability I shall soon be the tenth Worthy and the eighth Wise Man, of the world (...)Ga naar eind7’. Op 21 april 1787 verscheen de gedichtenbundel Poems. De nieuwe bundel bevatte, behalve de gedichten uit de eerste editie, 22 nieuwe gedichten en vijf liedjes. Burns raakte met deze editie ook buiten Schotland bekend. Toch vreesde hij dat zijn roem van korte duur zou zijn, steeds weer benadrukte hij in zijn brieven dat hij bang was dat zijn populariteit onder de letterlievenden van Edinburgh niet meer dan een mode was. Ook was hij bevreesd de verwachtingen van het geletterde publiek niet waar te kunnen maken. In 1788 trouwde hij na veel problemen met zijn grote liefde Jean ArmourGa naar eind8 en nam hij een baantje aan als controleur op accijnzen in Dumfries. Aan het eind van zijn leven droeg hij vele liedjes bij aan de Scots Musical Museum van J. Johnson en de Select Collection of Original Airs van G. Thomson. Hij bewerkte, zonder dat hij daar een vergoeding voor kreeg, honderden volksliedjes voor deze bundels. In bijna alle gevallen nam Burns eerst een bestaande melodie en maakte er vervolgens woorden bij. Zijn meest succesvolle liedjes schreef hij in standaard Engels met hier en daar wat Schotse woorden. Zijn gedichten en liederen hebben als onderwerp: de liefde, vriendschap, de natuur, het historische verleden van Schotland, politieke en religieuze kwesties, drank of sociale verbroedering. Bekende gedichten zijn: Holy Wille's Prayer; The Cotter's Saturdaynight; To a Mouse; Tam O'Shanter en liederen als; Auld lang syne, My love is like a red, red rose; Ae fond kiss and then we sever; Green grow the rashes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Buitenlandse vertalingenDe populariteit van Burns, die pas na zijn dood echt op gang kwam, beperkte zich niet tot Schotland en Engeland. De universele thematiek van zijn gedichten en liederen sprak vele dichters in het buitenland aan. De eerste vertalingen (7 gedichten) waren voor zover bekend in het Frans en werden in 1825 gepubliceerdGa naar eind9. In 1839 verscheen de eerste Duitse vertalingGa naar eind10. Er volgden nog vele Frans en Duitse vertalingen en ook andere landen ontdekten zijn poëzie. Er zijn vertalingen in een 25 tal talen bekend. Opvallend is dat de New Cambridge Bibliography of English Literature geen melding maakt van Nederlandse vertalingen, terwijl die er wel degelijk zijn. Men vermeldt wel een Vlaamse vertaling van Frans de Cort uit 1862Ga naar eind11. Bij de afzonderlijk vertaalde werken wordt Nederland wel genoemd, namelijk bij de vertaling van The Cotter's Saturdaynight, maar vertaler en datum van publicatie blijken onbekendGa naar eind12. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. De receptie van het werk van Burns in Nederland in de 19de eeuwNaar alle waarschijnlijkheid is de eerste vermelding van Burns in Nederland van Willem de ClercqGa naar eind13. In zijn bekroonde verhandeling uit 1822 (geschreven in 1821) over de invloed van de buitenlandse letterkunde op de onzeGa naar eind14, noemt hij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in een noot bij de dichter Poot de Schotse dichter Burns. Hij zegt: ‘Schotland beroemt zich in onzen dagen op zijnen beroemden dichter Robert Burns, wiens gedichten in de volkstaal opgesteld werden en een verbazenden opgang maaktenGa naar eind15. Uit latere aantekeningen blijkt dat De Clercq de poëzie van Burns nooit grondig gelezen heeftGa naar eind16. In het cahier 1828 Aantekeningen van boeken in dat jaar gelezen, nr 14 Litterature Anglaise staat: (...) ‘Il y a d'interessants details sur cet auteur le Poet de l'Ecosse, mais c'est beaucoup plus naturel qu Poot et il y a beaucoup plus de vers qu'on peut traduire dans un autre langue sans qu elles perdent extremement leur merits. Il faut quand je m'y sentirai poete que je lise Burns. Je n'ai pas eu encore le courage de l'entamer aussi pur que Beattie et CowperGa naar eind17’. De Clercq vergelijkt in zijn verhandeling de dichter Poot met Burns, - beiden zijn van boerenafkomst - en na hem zullen nog vele letterkundigen dit blijven doen. Zo schrijft de Engelse letterkundige John Bowring over PootGa naar eind18: ‘Misschien is de eenige dichterlijke naam, welke uit deze duisternis verdient verlost te worden, die van Poot, de dichter van den ploeg, van wien wij meer omdat hij een landsman was, dan omdat wij hem voor dichter houden, gewag maken.’ (...) ‘De Clercq heeft eene vergelijking tussen hem en Burns gemaakt; maar zij zijn daarin alleen met elkander te vergelijken dat zij beiden verzen maakten; Burns vol natuur, schoonheid, waarheid en kracht, Poot gewoonlijk gezwollen, mythologisch, valsch en zwak. Bowring laat zich zeer negatief uit over de Nederlandse letterkunde en dat maakt veel reacties los. B.H. Lulofs schrijft een weerwoord op BowringGa naar eind19: hij vindt dat de Nederlandse letterkunde veel te zwart afgeschilderd wordt. Hij neemt het ook op voor PootGa naar eind20 ‘(...) Bowring wil hem (= Poot. DvD) maar in het geheel niet bij den Schotschen dichter Burns, die even als Poot, van afkomst en beroep een landsman was, vergeleken hebben, gelijks zulks door onzen beroemden voor-de-vuist-dichter of Improvisator, den doorkundigen en schranderen De Clercq geschied is. Nu, dat de Engelschman zijn landslieden voorstaat, is hem zoo kwalijk niet te duiden. Of wij Hollanders daarin echter genoegen moeten nemen, is eene tweede vraag. Ik erken gaarne, dat Poot in een aantal stukken wat gezwollen, mythologisch, valsch en zwak is (zoo Bowring hem die sierlijke bijnamen of epitheta geeft) maar werp die stukken uit de verzameling zijner gedichten, - men kan de onsterfelijkheid zoo goed met een klein deeltje van verzen, als met drie dikke boekdeelen winnen - en beoordeel hem alleen maar naar de voortreffelijke gedichten, waarvan Bowring er enkele, maar mijns inziens allen niet eens van de beste, heeft opgenoemd; houd daarbij dan bij het verschil der natuurtoneelen voor oogen waarvan Poot en Burns omringd waren en die zij op verschillende wijzen in hunne gedichten schilderden, en laat u soms niet verleiden door eene zekere ingenomenheid, welke gij misschien voor den meer somberen, zwaarmoedigen, gevoelvol dweependen Engelschen en Hoogduitschen dichters koestert; geef dan daarenboven een weinig aan den wat schoolvossiger en bonte vederen van geleerdheid gaarne pronkenden smaak der eeuw van Poot toe, dan zal zijne poëzij, met die van Burns vergeleken, in de schaal van een welwillend oordeel juist zoo geweldig niet tegen de schaal harer mededingster in de hoogte vliegen. Het blijft echter bij dit alles de vraag, of beide dichters wel regt tegen elkander vergeleken kunnen worden en of men niet het verstandigst doet beiden in hunne soort te waarderen, zonder juist hunne verdiensten tegen elkander haarfijn af te wegen (...)’. Het is inderdaad de vraag of men beide dichters met elkaar kan en moet verge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lijken. Hun levens vertonen een aantal overeenkomsten: beiden zijn van boerenafkomst; beiden trekken naar de stad en beiden sterven betrekkelijk jong; maar hun literaire werk toont duidelijke verschillen. Poot volgt in zijn gedichten de classicistische-petrarkistische tradities; Burns poëzie is veel meer een directe uiting van persoonlijke ervaringenGa naar eind21. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. J. van LennepWe keren terug naar de vertalingen van J. van Lennep in zijn dichtbundel Proeven uit de Werken van R. Burns. In deze bundel vertaalt hij 14 liederen, een epigram en een lang gedicht. (Zie bijlage.) In zijn verhandeling voorafgaande aan de vertalingen verdedigt hij zijn vertaalwijze als volgt: (...) ‘Vooraf echter moet ik U waarschuwen, dat, ofschoon ik dezelve zoo letterlijk mogelijk heb overgezet, ik echter de vrijheid heb genomen, aan plaatsen en menschen Hollandschen namen te geven, daar de oorspronkelijke in onze ooren enigszins vreemd klinken zoudenGa naar eind22.’ Van Lennep's vertaalopvattingen kunnen het best geïllustreerd worden aan de hand van enkele vertaalde gedichten. Als eerste nemen we de beginstrofe ‘Behind yon hills where Lugar flows’. ‘Behind yon hills where Lugar flows.
“Mang moors an” mosses many, O,
The wintry sun the day has clos'd,
And I'll awa to Nanie, O.’
R. Burns
Behind you hills where Lugar flows.
‘De schaduw dekt der heuv'len kruin,
En zelfs den top der linde:
De winterzon dook achter 't duin,
En ik ga naar Selinde.’
J. van Lennep
Het meest opvallend is dat Van Lennep de eerste versregel als ‘titel’ voor zijn vertaling gebruikt; hij is echter niet op de hoogte van de betekenis van het woord ‘yon’ (‘ginds’) want hij vervangt het door ‘you’. Vervolgens dicht hij twee nieuwe versregels die in het oorspronkelijke niet te vinden zijn. Het karakteristieke Schotse van het gedicht: de rivier de Lugar, de ‘moors’ en ‘mosses’ laat hij weg. De naam Nanie wordt in Selinde veranderd, een niet typisch Hollandse naamGa naar eind23 die hij waarschijnlijk gekozen heeft om de rijmmogelijkheden. In deze strofe rijmt ‘Selinde’ op ‘hinde’, in de volgende strofen laat Van Lennep ‘Selinde’ rijmen op ‘blinde’, ‘hinde’, ‘beminde’, ‘vinde’, spinde’, ‘onderwinde’, ‘vinde’. Van Lennep gaat uit van de klankmogelijkheden van de naam Selinde, maar beperkt zich daardoor in zijn vertaalmogelijkheden. Een ander goed voorbeeld waarin we zien dat Van Lennep de Schotse situatie zoveel mogelijk aanpast aan de Hollandse, is het gedicht ‘Adown winding Nith I did wander’. Laten we weer de eerste strofe bekijken: ‘Adown winding Nith I did wander,
To mark the sweet flowers as they spring;
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adown winding Nith I did wander,
Of Phillis to muse and to sing’
R. Burns
Adown winding Nith I did wander.
‘Daar ginds waar de statige Rijnstroom
Langs akkers en weilanden vliet,
Daar doolde ik en dacht aan mijn Truitjen,
En zong haar ter eere mijn lied:’
J. van Lennep
Opnieuw wordt de eerste versregel van Burns als ‘titel’ voor de vertaling gebruikt. De volgende vier versregels wijken inhoudelijk nogal af van het oorspronkelijke. Van Lennep verandert de rivier de Nith in een statige Rijnstroom. Dit is een vreemde wijziging want de Nith is een klein riviertje, meer zoiets als de Linge of de Vecht. De rivier stroomt bij Van Lennep door akkers en weilanden, een typisch Hollands landschap. De naam Phillis wordt in Truitjen veranderd. In tegenstelling tot de naam Selinde is Truitjen niet gekozen voor de rijmmogelijkheden, maar voor het Hollandse van de naam. Bekijken we alle zestien vertalingen dan kunnen we twee groepen onderscheiden. De eerste groep bestaat uit vertalingen die vormelijk en inhoudelijk zoveel mogelijk dicht bij het origineel blijven, - soms wordt een naam veranderd, maar over het algemeen is de vertaling vrij letterlijk. - De tweede groep bestaat uit vertalingen waarin de dichter grotendeels afwijkt van het origineel, zowel wat vorm als inhoud betreft. Van beide groepen nog een voorbeeld: ‘Behold the hour, the boat arrive;
Thou goest, thou darling of my heart:
Severed from thee, can I survive,
But Fate has willed-and we must part.
I'll often greet this surging swell,
Yon distant Isle will often hail:
E'en here, I took the last farewell;
There last marked her vanished sail.’
Behold the hour, the boat arrive.
‘De boot genaakt: het uur is daar:
Geliefde zielsvriendin, gij gaat:
En valt het scheiden bitter zwaar,
Het lot wil dat ge mij verlaat.
'k Zal vaak dit oeverzand betreên,
En treurig uitzien naar den vloed.
Hier heeft ze mij 't laatst gegroet;
Ginds was het dat haar schip verdween.’
Vergelijken we deze eerste strofe van de vertaling met het origineel dan zien we dat in dit geval de eerste twee versregels gehandhaafd zijn. De vertaling blijft vrij dicht bij het origineel. Met uitzondering van het rijmschema (Burns ababcdcd; Van Lennep ababcddc) zijn er weinig vormelijke verschillen.
The auld man's winter thought-
‘But lately seen in gladsome green
The woods rejoiced the day,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thro' gentle showers the laughing flowers
In double pride were gay:
But now our joys are fled-
On winter blasts awa!
Yet maiden May, in rich array,
Again shall bring them a’.-
(eerste strofe)
The auld Man
‘Toen veld en bosch
In zomerdosch
Bevallig was getooid,
Was berg en dal
Met puik en tal
Van bloemen overstrooid.-
En bloem en loof en kruid
Viel 's winters koû ten buit,
Dan Mei keert weêr,
Wijl, als weleer,
Natuur haar schat ontsluit.’
Het eerste dat aan deze vertaling opvalt is dat Van Lennep de vorm van het gedicht wijzigt. Hij deelt de versregels in stukjes op. Inhoudelijk zien we dat Van Lennep andere metaforen gebruikt dan Burns. Beiden beschrijven de natuur maar met behulp van andere beelden. In 1833, het jaar van de uitgave van Verzamelingen van Uitheemsche Vernuften, recenseert E.J. Potgieter de vertalingen van Van LennepGa naar eind24. Hij vindt dat het werk alle lof moet krijgen, maar toch wil hij nog enkele kanttekeningen plaatsen. Zo betreurt hij het dat door de naam- en plaatsveranderingen de Schotse kleur verloren gaat. Hij zegt over de vertaling van ‘The Cotter's Saturdaynight’ dat Van Lennep de gave heeft het mooie uit buitenlandse werken een Nederlandse tint te geven ‘Maar even gepast als het ons voor komt, dat hij eene Ballade of Legende van Fransche of Engelsche zangers voor ons volk bewerkt, het voorval op onze grond verplaatst, de personen naar de gewoonten van onze landaard laat spreken en handelen, even zoo ongeschikt schijnt ons dit in Vertalingen toe, die als de onderhavige dienen moeten eenen buitenlandschen Zanger te doen kennen. Wij verlangen dan dien man, niets dan die man en ook die man geheel te zien en het is onbegrijpelijk hoe iemand met zoo juist een oordeel begaafd is in dit stukje zoo veel individueels van Burns, zoo veel locaal Schotsch, met opzet te hebben achterwege gelaten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Andere vertalersWaarschijnlijk is Van Lennep de eerste die in Nederland de poëzie van Burns vertaalt. Na hem volgen vele andere dichters. Zij publiceren hun werk in almanakken, tijdschriften en gedichtenbundelsGa naar eind25: in 1834 publiceert H. Tollens een vertaling van ‘Here awa and there awa’ in de Muzenalmanak; in 1835 vinden wij een bewerking van ‘Lament for James, Earl of Glencairn’ door J.J.L. ten Kate in het Algemeen Letterlievend Maandschrift en in 1836 zien wij een vertaling van ‘John Anderson, My Jo’ in Het Noorden, in Omtrekken en tafereelen van E.J. Potgieter. Anderen, minor-poets, volgen in de daaropkomende jarenGa naar eind26. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niet alle dichters hebben dezelfde vertaalopvattingen. Ten Kate bewerkt zijn vertalingen zo drastisch dat het soms moeilijk is het originele gedicht terug te vindenGa naar eind27. Een voorbeeld daarvan is de vertaling van ‘The blue-eyed Lassie’ in zijn gedichtenbundel Gedichten uit 1836:
The blue-eyed Lassie
I gaed a waefu' gate yestreen
A gate, I fear, I'll dearly rue;
I gat my death frae twa sweet een,
Twa lovely e'en o' bonie blue.
'T was not her golden ringlets bright,
Her lips like roses wat wi' dew,
Her heaving bosom, lily white,
It was her een sae bonie blue.’
(eerste strofe)
Hare oogen
‘Uit twee zieldoorgloeiende oogen,
Blaauwer dan de hemeltin,
Is de dartle telg der Min
Mij ten boezem ingevlogen,
En met onbesefbre smart
Vlijmt zijn pijltjen mij door 't hart!’
De vertaling van Ten Kate is een zeer vrije bewerking van het origineel. De enige overeenkomst tussen beide strofen is het blauw van de ogen. Ten Kate voert echter een heel ander beeld in dan Burns. Zo heeft hij het over Cupido die hem pijnigt met zijn pijl. Het volledige gedicht van Burns bestaat uit twee strofen van ieder acht versregels, Ten Kate bewerkt dit tot vijf strofen: de eerste heeft zes versregels, de tweede negen, de derde tien, de vierde zes, en de laatste acht. Ten Kate werkt de grondgedachte uit, - de jongen die verliefd wordt op twee mooie blauwe ogen, - en fantaseert daar op verder. Potgieter daarentegen probeert zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven. Zijn vertaling van ‘John Anderson my Jo’ is daar een goed voorbeeld van:
John Anderson my Jo
‘John Anderson my jo, John,
When we were first acquent;
Your locks were like the raven,
Your bony brow was brent;
But now your brow is beld, John,
Your locks are like the snaw;
But blessings on your frosty pow,
John Anderson my Jo.’
‘John Anderson my jo, John,
We clamb the hill the gither;
And mony a canty day, John,
We've had wi'ane anither:
Now we maun totter down, John,
And hand in hand we'll go;
And sleep the gither at the foot,
John Anderson my Jo.’
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Claes Hendrikszen
‘Toen gij uw best deedt om mijn hart,
Claes Hendrikszen, mijn schat!
Toen was uw haar als git zoo zwart,
Uw voorhoofd spiegelglad;
Gerimpeld is dat voorhoofd nu;
Zoo wit als sneeuw dat haar,
En toch de Hemel zegene u,
Claes Hendrikszen, beste vaêr!’
‘Wij klommen zaâm den heuvel op,
Claes Hendrikszen, mijn schat!
En hebben op zijn groenen top
Veel vreugde en heils gehad;
Wij stromp'len nu vast naar beneên
Maar wij helpen d'een den aêr
En slapen ginder niet alleen,
Claes Hendrikszen, beste vaêr!’.
Potgieter handhaaft het aantal strofen en versregels. Net als bij Burns is het metrum jambisch. Hoewel er een aantal veranderingen zijn, - het rijmschema bij Potgieter is gekruist en waar er bij Burns een parallellie is tussen regel 1 en 8, treft men die bij Potgieter tussen regel 2 en 8 -, vertaalt Potgieter vrij letterlijk. Tollens neemt in vergelijking met Ten Kate en Potgieter een tussenstandpunt in. Inhoudelijk probeert hij dicht bij het origineel te blijven. Bepaalde stijlfiguren zoals parallellie en repititio neemt hij niet over. Ter illustratie een voorbeeld van een vertaling van Tollens: ‘Here awa', there awa' wandering Willie,
Here awa', there awa', haud awa' hame;
Come to my bosom, my ae only deary,
Tell me thou bring'st me my Willy the same.’
(eerste strofe)
Nanny
‘Hier niet en daar niet! Waar stiert gij den steven?
Zwervende Wim! ik zie nergens u niet!
Kom aan mijn boezem, gij lust van mijn leven!
Keer zoo getrouw als gij laatst mij verliet.’
Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar vertaalopvattingen in de negentiende eeuw, toch blijkt uit bovenstaande voorbeelden reeds dat er grote verschillen in vertaalwijzen zijn. Potgieter probeert zo letterlijk mogelijk te vertalen, terwijl Ten Kate een vrije bewerking geeft van het originele gedicht. Van Lennep is niet consequent, dan weer schijnt hij een standpunt te huldigen als dat van Potgieter, dan weer vertaalt hij op de wijze, hoewel minder vergaand, van Ten Kate. Tollens vertaalt inhoudelijk vrij nauwkeurig, maar permitteert zich allerlei vormelijke vrijheden. Van Bilderdijk is bekend dat hij bepaalde opvattingen over het vertalen van proza en poëzie had. Het zou kunnen zijn dat de generatie na hem door deze opvattingen beïnvloed isGa naar eind28. Bilderdijk stelt, zoals De Jong aantoont, de volgende eisen aan een vertaling: ‘1. een vertaling moet in een zuivere taal en een losse, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangename stijl geschreven zijn; 2. een vertaling is dàn trouw, nauwkeurig en letterlijk wanneer ‘(...) de genie van het oorspronkelijke bewaard, en de werking die de Dichter heeft willen voortbrengen, bereikt wordt.’ De vorm waarin het gegoten is, is voor Bilderdijk van ondergeschikt belang, omdat het om de zin, niet om de woorden gaat. Voor de eerste eis aan een goede vertaling heeft Bilderdijk de beschikking over een scala van middelen: aanvulling, weglating, verplaatsing, vervanging enz. Hij zegt hierover: ‘Voor de feilen, schoonheden in de plaats te stellen; de schoonheden door nieuwe sieraaden op te luisteren; acht ik vrij te staan; ja zelfs voor schoonheden andere schoonheden aan te nemen, kan ik lijden.’ Een letterlijke vertaling noemt hij in 1795 een vertaling: ‘die als 't taaleigen, als 't belang van het stuk vordert, een woord door een uitdrukking, eene uitdrukking door eene andere van gelijke kracht en dichterlijke waarde, verplaatst; een overgang invlecht; een verzwegen tusschen denkbeeld uitdrukt; en zelfs somwijlen de krachten en sieraadjen, aan haar eigen Spraak eigen te hulp roept, om een ‘stootenden of bezwijkenden volzin te ondersteunen en op te beurenGa naar eind29.’ Tot de vrijheden die een vertaler zich mag permitteren behoort ook, volgens Bilderdijk, een ruime aanpassing van het oorspronkelijke werk aan eigen tijd en cultuur. Opgemerkt moet nog worden dat Bilderdijk niet wil vertalen, maar navolgen. De ‘eigenlijke vertaling’ is alleen nuttig voor de beginnende dichter om zich te oefenen. Daarna komt, volgens Bilderdijk en daarmee volgt hij de al eeuwen bestaande traditie, de tijd van de navolgingen. Nu zijn deze opvattingen van Bilderdijk een aantal jaren voordat men in groten getale buitenlandse poëzie ging vertalen naar voren gebracht, maar het zou toch een onderzoek waard zijn eens na te gaan wat hun invloed op de Romantici geweest kan zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. SlotDe poëzie van Burns is gedurende de bloeitijd van de Romantiek in Nederland gunstig ontvangen. Dit blijkt niet alleen uit de vertalingenGa naar eind30, maar ook uit lovende opmerkingen in lezingen en geschriften over Burns. Zo zegt Van Lennep over Burns: (...) ‘Indien de vinding, gelijk sommigen beweren, de ziel is der poëzij, dan zeker had niemand minder recht op den naam van dichter dan BURNS. Hoewel hij eene groote verbeeldingskracht ten toon spreidde, zijn de onderwerpen welke hij bezong zelden uit het rijk der verbeelding genomen. Zijne gedichten zijn louter uitboezemingen van zijn gevoel, en op ‘papier gebrachte denkbeelden over ware voorvallen in zijn eenvoudig levenGa naar eind31.’ Hij vervolgt: (...) ‘Meer anderen hebben letterkundige vermaardheid verworven, die, als hij, in nederigen stand geboren waren; doch niet licht zoude men er een vinden, die, terwijl hij met dagwerk zijn brood won, vaerzen schreef, welk zulk een algemeenen bijval vonden en hunnen maker zulke eene vereerende plaats op der zangberg verschaftenGa naar eind32.’ Potgieter gaat in zijn essay ‘Een blik naar Crabbe’ onder andere uitvoerig in op de overeenkomsten en verschillen tussen de Engelse dichter W. Cowper en BurnsGa naar eind33. Zo schrijft hij: (...) ‘Cowper en Burns, wij laten beide aanleidingen daar om het feit zelf op te merken, zij staan aan het hoofd der beweging, welke de britse muze in den beginne dezer eeuw tot den troon der dichtkunst voerde.’ Potgieter besluit met het aangeven van een groot verschil tussen beide dichters: ‘Cowper schijnt betrekkelijk oud en vergeten; Burns leeft en zal leven langer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan de rotsen der Hooglanden het woeden der golven zullen weerstaan, - was hij van beide de grootste dichter, de onwillekeurige weergalm, spiegel, tolk van het Schotse gemoed? geblaakt door al de onafhankelijkheidszucht die het onderscheidt, maar ook de mildst bedeelden onder zijne landgenooten overtreffende in liefde?’. Al is het aantal vertalingen van de poëzie van Burns in Nederland veel geringer dan dat van bijvoorbeeld Byron'Ga naar eind34 en al is er geen directe invloed van het werk van Burns op eerder genoemde dichters, toch is er in de Romantiek wel degelijk sprake van verwantschap met Burns. Men was door Macphersons Zangen van Ossian en de historische romans van Scott reeds bekend met het mysterieuze, woeste, imposante Schotland. Ook sprak de thematiek van Burns poëzie, - liederen en gedichten over o.a. liefde, natuur en het verleden, - de Romantici aan. Daarbij was het beeld van de arme boerendichter voor Romantici aantrekkelijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|