Voorwoord bij de negende jaargang
De negende jaargang van Spektator, waarvan dit het eerste nummer is, zal worden gekenmerkt door een, vooralsnog experimentele, overgang naar een klassieke situatie: de scheiding tussen taalkundige en letterkundige afleveringen komt te vervallen. Reeds in dit nummer vinden zowel de taalkundig als de letterkundig georiënteerde neerlandici, en daarnaast hopelijk àlle niet-neerlandistische lezers, iets van hun gading.
Men zoeke achter deze redactionele stap niet teveel. Spektator is een blad dat zich openstelde voor alle disciplines en richtingen in de Neerlandistiek, en dat zal zo blijven. Daarnaast hebben wij gedurende een aantal jaren benadrukt dat er een kloof gaapt tussen de werelden die de all-round neerlandicus geacht wordt in zich te verenigen. Wij hebben onderstreept dat artikelen over transformaties en artikelen over rederijkers voor ons gevoel slechts door historische oorzaken plegen te worden samengevoegd.
Wij houden op dat alles te beklemtonen. Maar wij willen de indruk vermijden dat er een verandering in ons standpunt is gekomen. Het tegendeel is eerder het geval. Wat ons tot de wijziging van Spektators opzet heeft gebracht, is nu juist een bevestiging van wat wij al die jaren tot uitdrukking hebben gebracht.
Kort gezegd zien onze motieven er als volgt uit. Wij nemen aan dat het onze lezers weinig uitmaakt of een stuk waarvoor ze belangstelling hebben, wordt geflankeerd door artikelen in dezelfde sfeer, zoals tot nu toe in Spektator het geval was, of dat de voorafgaande en volgende artikelen ver buiten hun interessesfeer liggen. Maar wij weten ook, dat een heel aanzienlijk aantal abonnees voor de helft van onze afleveringen slechts een minimum aan belangstelling opbrengt. Dat is, in het licht van ons eigen standpunt bezien, ook volkomen vanzelfsprekend. Wat wij met onze stap beogen, is een tegemoetkoming aan het gevoel dat een abonnee kon bekruipen als hij konstateerde dat de Spektator die hij tussen zijn post vond, voor hem geheel en al van de verkeerde soort was, en dat hij weer geruime tijd moest wachten op een nummer ‘in zijn straatje’, ook al stond dat nummer dan helemaal vol met zijn vak.
Samenvattend: een experiment met een klassieke vorm. Gemengde nummers als gevolg van de heterogeniteit. Gewaagd lijkt het wel.
Voorts nog enkele mededelingen. Wij zullen trachten de pagina's van de gehele jaargang eerlijk over taal- en letterkunde te verdelen, hetgeen niet uitsluit dat de verhouding binnen één nummer wel eens ietwat scheef zou kunnen zijn. De rubriek ‘Aankondiging en bespreking’ zal twee afdelingen gaan bevatten, die we met de woorden ‘taalkunde’ en ‘letterkunde’ zullen aanduiden. Tenslotte: de kopijsituatie bij Spektator geeft geen aanleiding om van de verschijningsfrekwentie van de vorige jaargang (zes afleveringen) af te wijken.
De redactie.