Centrum om de drukproeven van mijn artikel terug te zenden: ik had het kunnen intrekken om een nieuw, - en naar het zich liet aanzien - omvangrijk onderzoek te beginnen. Ik koos het eerste, mede vanwege de afspraken met de redactie van Spektator. E.e.a. is in het Naschrift (p. 512) toegelicht.
Met een aanvullende lijst haikoe-bundels suggereert Hellemans dat ik naar een volledig overzicht zou hebben gestreefd. In genen dele: ik heb mijn onderzoek gebaseerd op ‘een aantal Nederlandse gedichten’ (p. 500). Onbereikbare bundels en verspreide haikoe vielen hierdoor weg, hetgeen verantwoord is in noot 57 (p. 511). De besproken selectie geeft m.i. echter een genuanceerd beeld van de (on) mogelijkheden die haikoe het Nederlands biedt.
Wat de secundaire literatuur betreft, had ik wellicht duidelijker moeten zijn: ik gaf een ‘beknopte lijst’ (p. 511), die zeker had kunnen worden uitgebreid, b.v. met de door Hellemans genoemde werken, al moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen, dat ik enkele titels niet kende. Ik ga hier verder niet in op het welles-nietes van het belang van sommige werken.
Wat Hellemans over mijn werkhypothese opmerkt (en daarmee impliciet) over de omschrijving voor het Nederlands, al rept hij daarover met geen woord) verbaast mij. Twee elementen licht hij uit de hypothese (die hij overigens niet correct citeert): het Zen-karakter van de Japanse haikoe en de m.i. daarmee samenhangende a-logische associatie. Ik heb inderdaad gebruik gemaakt van R.H. Blyth' Haiku. Hellemans heeft op dit werk nogal wat kritiek, die ik uiteraard geheel voor zijn rekening laat. Als niet-japanologisch geschoold Neerlandieus voel ik mij echter veilig, wanneer mevrouw J, van Tooren, een autoriteit op het gebied van de Japanse haikoe, in Haiku. Een jonge maan gewaagt van Blyth' ‘uitmuntende inleiding’ (p. 21). Als Hellemans het niet eens is met haar mening, dan moet hij dat maar eens in een artikel uitleggen - maar niet in wat kritische opmerkingen alsof ik Blyth zo naief zou napraten.
Blyth is trouwens niet de enige deskundige die Zen en haikoe in een onmiddellijk verband brengt: men leze Alan Watts Zen-Boeddhisme, p. 135-141, F. Vos en E. Zürcher, Spel zonder snaren, p. 171-192, Van Tooren p. 21, 39, 47 en over Basjo's Zen-studie alvorens tot een dichterlijk hoogtepunt te geraken p. 59-63. Harold Stewart spreekt in A net of fireflies p. 122 over de ware haikoe als een ‘swift record in words of one moment of satori’, Donald Keene noemt in Japanese literature, p. 39 de haikoe als zenki (‘leermiddel’) voor jonge Zen-meesters. Enzovoorts. Uiteráárd zijn er ook andere invloeden, uiteráárd is de haikoe niet de enige vorm van Zen-poëzie, maar Hellemans doet de Japansc haikoe én bovenstaande specialisten toch duidelijk onrecht door het Zen-karakter van haikoe zo te reduceren. Hiermee hangt Hcllemans' tweede deelkritiek op de hypothese samen. Het is nl. onjuist dat het spanningsveld tussen twee grootheden een typisch Westerse perceptie is. Juist niet! Door de vonk tussen moment en eeuwigheid getroffen, verlicht te worden, is satori, een essentiële Zen-ervaring. Westers is eerder het áánkijken tegen de dingen. Veel westerse haikoe missen daardoor de a-logische, niet-rationele tegenstelling die de plotselinge verbazing oproept en dan in beelden en woorden uitkristalliseert. Zo'n westers gedicht wordt dan een mooi schilderijtje, maar zonder ‘diepgang’.
Ik handhaaf dus mijn hypothese, al neem ik graag Hellemans' suggestie over de term ‘Zen-gedachte’ te vervangen door ‘Zen-intuïtie’. Tenslotte nog enkele opmerkingen van algemene aard:
Tijdens het onderzoek en in de discussie met Bert Willems en Karel Hellemans is mij duidelijk geworden hoe weinig Noord- en Zuid-Nederland (excusez ces mots) nog van elkaar afweten: tevens hoezeer de haikoe-poëzie nog in de schaduw staat van de Grote Letterkunde, mede veroorzaakt overigens door de wijze van uitgeven en de minieme propaganda, althans in Noord-Nederland, van het Haikoe-Centrum. En informatie is noodzakelijk nu het Nederlandse onderwijs de haikoe ontdekt heeft als leermiddel tot pregnant formuleren, wat de inhoud ook moge zijn...Naast het gesprek over haikoe in het Nederlands zullen we ook wat de laatste punten betreft eens aan het werk moeten!