Spektator. Jaargang 2(1972-1973)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 556] [p. 556] Kantoorboekhandel Dit kleine pand heb ik gehuurd. En de bewoners van de buurt zagen me dertig jaar hier staan, en altijd met zo'n stofjas aan. Ach ja, al heet ik officieel een ondernemer, 't is niet veel waar ik mij op beroemen kan, en 'k word er weinig beter van. Puzzelboekjes, ansichten, geel van de zon. Kwarto. Folio. Klappers en carbon. Soms noemen ze me wel een krent, want ik vraag zesendertig cent voor een postzegel op hun brief. Wie boos wordt over dit tarief, loopt voor die ene cent maar door tot aan het echte postkantoor. Een cent dat is toch wel het minst, dat is toch echt geen woekerwinst. Ref. Puzzelboekjes (etc.) Ja, ik verkoop. Maar niet zo vaak. Er zit geen loop in deze zaak. Maar al met al red ik het wel, ik ben tenslotte vrijgezel, en als je werkt van vroeg tot laat, weet je met geld maar weinig raad. De mens die wikt en God beschikt, en 'k heb mijn woede ingeslikt. Ref. Puzzelboekjes (etc.) 'k Heb ook nog wel klandizie van de jongelui: die kopen dan zo'n hele oude ansichtkaart, waarvan 'k er honderd heb bewaard. Ja, dat was vroeger, zeg ik dan, en daar weet jij heel weinig van. Dat is van toen ik nog niet wist dat ik de boot zó heb gemist - een stofjas draag tot in de kist. Willem Wilmink [pagina *14] [p. *14] Vorige Volgende