| |
| |
| |
Vrije nieuwsgaring
De rubriek Vrije nieuwsgaring wordt verzorgd door de Afdeling Dokumentatie Nederlandse Letterkunde (in het vervolg afgekort tot Afd. DNL) van het Instituut voor Neerlandistiek, Lambert-ten-Katehuis, 3e verdieping, kamers 319 en 321, Herengracht 330-336, Amsterdam-C., tel. 020-525.3276 of 525.3271 (eventueel via nr. 525.9111 de toestelnrs. 3276 of 3271).
Ieder die over informatie, in welke vorm dan ook, beschikt die in aanmerking voor publikatie in deze rubriek komt, en ieder die op enigerlei wijze wil reageren op mededelingen in deze rubriek gedaan, wordt verzocht zich tot de Afd. DNL te wenden. Voor het geval er daarnaast ook behoefte is aan rechtstreeks kontakt met de personen of instellingen die in deze rubriek worden genoemd, worden hun adressen opgenomen in de adressenlijst elders in deze aflevering van Spektator.
| |
Vermeldingen
Boon, Louis Paul:
Als eerste deel van een door de Amerikaanse uitgever Twayne Publishers opgezette Library of Netherlandic literature is onder de titel Chapel road een vertaling verschenen van Louis Paul Boons De Kapellekensbaan. De vertaalster is Adrienne Dixon. Het boek bevat 338 pagina's en kost $ 6,95. Een korte bespreking ervan verscheen in The Times literary supplement nr. 3676, 11-viii-1972. The library of Netherlandic literature is bedoeld als aanvulling op Twaynes World authors series, waarin studies over schrijvers worden gepubliceerd en waarin delen gewijd aan Erasmus, Jean LeClerc, Multatuli, Spinoza, Hendrik van Veldeke en de hedendaagse literatuur in het vooruitzicht zijn gesteld. Beide reeksen staan onder redaktie van Egbert Krispyn, hoogleraar nederlandistiek aan de Universiteit van Florida, die ook een korte inleiding schreef voor Chapel road. The library of Netherlandic literature ‘includes translations of some of the finest fiction, drama, memoirs, and essays produced by Dutch and Flemish writers. The program consists of first translations as well as reprints of out-of-print volumes and will include both classical and modem works’. Als tweede deel is aangekondigd ‘an anthology representing the new voices in Netherlandic literature’. De keuze van het adjektief ‘Netherlandic’ zal overigens wel weer een veelbesproken bijdrage worden in de nog immer niet geluwde diskussie over de juiste aanduiding van onze Nederlandstalige literatuur in het Engelstalige taalgebied.
| |
| |
| |
Bredero, G.A.:
In het kader van de uitgave van de werken van Gerbrand Adriaanszoon Bredero is F. Veenstra bezig de laatste hand te leggen aan de uitgave van Griane. Naast de van noten en kommentaar voorziene tekst zal deze uitgave ook bevatten een ongeveer 100 pagina's tellende inleiding, die de titel draagt ‘Bredero en de situatie van de mens’. Door een kultuur-psychologische en sociologische benadering van de renaissanceliteratuur wordt in deze inleiding nagegaan wat de visie van de renaissance is op mens en maatschappij.
| |
Dokumentaal:
Eind juli is na enige vertraging het tweede nummer verschenen van Dokumentaal. Het bevat meer dan 25 bijdragen met informatie over talloze aktiviteiten op het gcbied van de nederlandistiek: projekten, colloquia, werkgroepen, onderzoeksresultaten, heruitgaven, kortom te veel om zelfs maar globaal te vermelden. Aan het pièce de résistance van dit nummer kan ik evenwel niet ongenoemd voorbij gaan: W. Gobbers' lijst van ‘Publikaties over tijdschriften’, waarin een 200-tal titels bijeengebracht zijn als buitengewoon welkome aanvulling op de in het eerste nummer van Dokumentaal gepubliceerde ‘Aanzet tot een repertorium van de registers op tijdschriften’ van Cl. Neutjens en W.A. Hendriks. Zo wordt langzamerhand de leemte in onze kennis omtrent het ‘tijdschriftwezen’, de ruggegraad van zowel de vakbeoefening als de levende literatuur, enigszins opgevuld. Zie verder in deze rubriek ook onder Merlyn en Spiegel der letteren. In ‘De reacties’, een korte inleiding tot dit nummer, stelt redakteur W.A. Hendriks vast dat het eerste nummer van Dokumentaal onverdeeld gunstig is ontvangen, maar voorwaarde voor voortzetting op dezelfde voet ‘blijft allereerst de medewerking van al wie over informatie uit eigen kring beschikt, en voorts een voldoende aantal abonnementen’. Deze aanhaling moge ieder die nog geen abonnee is, een aansporing zijn zich spoedig als zodanig aan te melden. In stand houding van Dokumentaal is van groot belang voor elke nederlandist en de abonnementsprijs van f 12, - per jaargang (over te maken op postgiro 2.61.25.79 t.n.v. Dokumentaal, Wassenaar) kan toch nauwelijks voor iemand een bezwaar zijn. In de eerste voorwaarde die Hendriks noemt, ligt trouwens óók een aansporing besloten: slechts als hij algemene steun en medewerking vanuit het vak ontvangt, zal
Dokumentaal optimaal kunnen funktioneren. Het is te hopen dat allen die op het vakgebied aktiviteiten ontwikkelen, zich dit ter dege zullen realizeren en hun aktiviteiten ook zullen uitstrekken tot het doorgeven van de informatie waarover zij beschikken. (R.v.d.V.; 14-viii-1972).
| |
Juffrouw Idastraat 11:
Het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag is juni 1972 begonnen met de publikatie van een ‘huisorgaan’ onder de titel Juffrouw Idastraat 11. Huisorgaan van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. De redaktie ervan wordt gevormd door Gerrit Borgers, Harry G.M. Prick, Ellen Warmond en G.J. Slijkhuis. Het blad wordt aan allen die zich als Vriend van het Letterkundig Museum hebben opgegeven, gratis toegezonden. Het is bedoeld om de banden tussen het Letterkundig Museum en de ‘Vrienden’ nauwer aan te halen ‘door hen ook tussen de jaarverslagen door op de hoogte te houden van de werkzaamheden, de nieuwe aanwinsten en de plannen van het Museum. “Juffrouw Idastraat 11” zal steeds dan verschijnen wanneer er voldoende nieuws te melden is, dus op onregelmatige tijden, maar ten minste drie maal per jaar.’,aldus de ‘Inleiding’ tot het eerste nummer, dat verder onder meer bevat de toespraak ‘Vijftien jaar Letterkundig Museum’ van J. Hulsker bij de opening van de ‘Forum’-tentoonstelling op 12 december 1969; de eerste aflevering van ‘Kloos-ups van tijdgenoten’, een rubriek waarin Harry G.M. Prick (fragmenten
| |
| |
van) brieven uit het Kloos-archief publiceert; een artikel ‘Kladgedicht’ van dezelfde over de samenwerking tussen het NLMD en de Pierre-Kempstichting en andere regionale letterkundige musea naar aanleiding van het gelijknamige gedicht van Pierre Kemp, waarover Prick ook een en ander meedeelt; en verder mededelingen over komende uitgaven van het Museum over de tentoonstelling De Beweging van Vijftig, over aanwinsten van de laatste maanden en over de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum. Van deze stichting kan men zich als lid opgeven door een kaartje te sturen aan het NLMD en de kontributie van minimaal f 10, - (studenten f 5, -) per jaar over te maken op postgiro-rekening nummer 1844 van Pierson, Heldring & Pierson te Den Haag onder vermelding van de naam van de stichting. In het vooruitzicht wordt gesteld dat leden van de stichting binnenkort bepaalde letterkundige uitgaven tegen gereduceerde prijzen kunnen verwerven.
| |
Klooster, W.G.,
handelseditie proefschrift: Als deel 17 van de Foundations of Language Supplementary Series is door R. Reidel Publishing Company de handelseditie van W.G. Kloosters proefschrift The structure underlying measure phrase sentences (Amsterdam 1971; Diss. Utrecht) aangekondigd.
| |
Literama magazine:
Vanaf de 7e jaargang van de wekelijkse literaire radiorubriek Literama stelt de N.C.R.V. tegen een abonnementsprijs van f 9,60 per jaargang de teksten van deze rubriek beschikbaar. De rubriek staat onder redaktie van Wim Hazeu en Wim Ramaker. Maandelijks ontvangen abonnees in één aflevering onder de naam Literama magazine vier of vijf nummers van gemiddeld vijf gesteneilde bladen van A4-formaat. De jaargangen lopen van mei tot mei. De eerste nummers bevatten onder meer bijdragen van, gegevens over of interviews met Sjoerd Leiker, Cor Stutvoet, Bert Schierbeek, Zenboeddhisme, Louis-Paul Boon, Marcel van Maele (bibliografie), Godfried Bomans. De abonnementsprijs dient te worden overgemaakt op postgiro 12.53.000 t.n.v. N.C.R.V. Theologische Etherleergangen onder vermelding van Literama.
| |
Literair Lustrum:
Voor najaar 1972 is door uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep het tweede deel van Literair lustrum aangekondigd. Dit deel beslaat de periode 1966-1970 en sluit aan bij het eerste deel dat liep van 1961 tot 1966. Het bevat naast een algemene beschouwing van Paul de Wispelaere over het proza en een van Kees Fens over de poëzie, ook weer een aantal profielen van belangrijke auteurs en een bibliografie van de belangrijkste verschenen werken. Medewerkers zijn onder anderen Klaus Beekman, Hans van den Bergh, Jan Fontijn en Hugo Verdaasdonk. De prijs van dit deel zal ongeveer dezelfde zijn als van deel I, namelijk f 15.
| |
Merlyn:
Als bijlage van Dokumentaal 1(1972), nr. 2 is verschenen Merlyn. Register. Wassenaar [1972]. Het bevat niet anders dan via fotografische weg gereproduceerde auteursregisters en registers op besproken auteurs, die per jaargang destijds door het tijdschrift zelf zijn gepubliceerd. Er is echter een kumulatief register op de besproken auteurs aan toegevoegd dat verwijst naar de desbetreffende jaargang-registers. Dit laatste maakt de aanschaf van deze bijlage zelfs voor hen die het tijdschrift bezitten of onder handbereik hebben, aantrekkelijk. Het cahier, dat 26 pagina's groot is, kost f 4,50 (voor abonnees van Dokumentaal f 3, -), te voldoen op postgiro 2.61.25.79 t.n.v. Dokumentaal, Wassenaar.
| |
| |
| |
Publikaties van het Instituut voor Algemene Taalwetenschap:
Door het Instituut voor Algemene Taalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam is onder de titel Publikaties van het Instituut voor Algemene Taalwetenschap een reeks opgezet, waarvan inmiddels twee afleveringen zijn verschenen:
1. | Het verkleinwoord in het Nederlands. Amsterdam 1972. |
2. | René Appel. Bibliography of child language. 1958 - May 1971. Amsterdam, 1971. De eerste aflevering is momenteel al bijna uitverkocht.
Begin juli 1972 verschijnt: |
3. | A.J.M. van der Geest, Evaluation of theories on child grammar.
In een zeer voorlopig stadium van voorbereiding zijn nog:
- A semantic approach to the active-passive relation, een kollektieve publikatie van de ‘Werkgroep aktief-passief’, en
- S.C. Dik, A.J.M. van der Geest en G.A.C. Hubers, Variables for predicates. |
| |
Schijnheiligh.
E.K. Grootes, medewerker aan het Instituut voor Neerlandistiek te Amsterdam, is vrijwel gereed met de bewerking van een proefschrift over Pietro Aretino's Hipocrito en P.C. Hoofts Schijnheiligh. Deze studie is te beschouwen als een nevenprodukt van de in voorbereiding zijnde editie van Bredero's Schijnheiligh-berijming, waarvoor Grootes een regeringsopdracht heeft ontvangen. De verhouding tussen Bredero's voorbeeld (Schijnheiligh van Hooft) en het Italiaanse origineel bleek zoveel belangwekkende aspekten te vertonen, dat de behandeling ervan het bestek van een inleiding op de tekstuitgave van de Schijnheiligh-berijming te buiten ging. Naast een uitvoerige bespreking van de bibliografische en manuscriptologische problemen aangaande de betrokken teksten bevat het proefschrift het verslag van een vergelijkend onderzoek van de dramatische struktuur in l'Hipocrito en Schijnheiligh. Daarbij wordt met name gebruik gemaakt van het theoretisch model dat de Deense romanist Steen Jansen in Langages 1968 heeft gepubliceerd. Tevens wordt ingegaan op enkele vertaal-theoretische vragen. Verder komen o.m. aan de orde de funkties van de verschillende personages in beide teksten, de aard van de voornaamste motieven, de gevolgen van de ‘overplaatsing’ van het stuk naar een andere kultuursituatie, de plaats van Schijnheiligh in het werk van Hooft en in de Nederlandse dramalische literatuur en de waarde van de twee teksten afzonderlijk en ten opzichte van elkaar.
(E.K.G. 17-8-1972)
| |
Socioliteraire verkenningen:
Ter begeleiding van een aantal werkgroepen in de kursus 1971-1972 heeft Frank Martinus een tweetal inleidingen geschreven, Socioliteraire verkenningen I en II, die zijn opgenomen in de verslagen van de blokken CHL-3, CHL-8 en CHL-11. Deze verslagen zijn te raadplegen op de administratic en op de databank van het Instituut. Hij geeft hierin een uiteenzetting van de door hem voorgestane metode om de literatuur van de 17e eeuw te onderzoeken, een metode die in haar benadering van de literatuurwetenschappelijke problematiek sterk is geinspireerd op onderzoeksmetoden van de sociale wetenschappen. Na nog enkele trimesters die metode experimenteel te hebben gehanteerd zal hij de uitgangs punten ervan in een enigszins uitvoerige publikatie op papier zetten. Volgens deze metode zijn inmiddels door de blokken CHL-8 en CHL-11 een 60-tal 17e-eeuwse kluchten onderzocht. De al genoemde verslagen bevatten ook de rapporten van dit onderzoek.
| |
Spiegel der letteren:
Als bijlage van Dokumentaal 1(1972), nr. 1 is verschenen Spiegel der letteren [...]. Inhoudsopgaven 1 (1956-1957) - 12 (1969-1970).
| |
| |
(Wassenaar [1972]). Het bevat niet anders dan via fotografische weg gere produceerde inhoudso pgaven van de jaargangen van het tijdschrift zelf. Toch kan het bezit ervan zijn nut bewijzen wanneer men niet zo snel het tijdschrift zelf bij de hand heeft om iets na te zoeken. Het cahier van 28 ongenummers pagina's kost f 2, - (voor abonnees van Dokumentaal f 1,50), te voldoen op postgiro 2.61.25.79 t.n.v. Dokumentaal, Wassenaar.
| |
Times literary supplement, The:
De op 11 augustus 1972 verschenen aflevering van The Times literary supplement (nr. 3676) is voor een belangrijk deel gewijd aan Dutch & Belgian writing today met bijdragen van Henk van Galen Last (‘The literary scene in the Netherlands’), R.P. Meijer (‘Fiction in the Low Countries’), Kees Fens (‘The Fifties and their followers’), Marcel Croës (‘Belgian writing in French’) en Robert Nieuwenhuys (‘Europeans and East Indians’). Het nummer bevat verder ook besprekingen van onder meer Reinder P. Meijers. Literature of the Low Countries, van Boons Chapel road (zie elders in deze rubriek), van diverse boeken over Nederland, België en Indonesië, van Geyls Pennestrijd over staat en historie en een kommentaar op de aankondiging van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde de aanduiding ‘Vlaamse’ in haar naam te vervangen door ‘Nederlandse’.
| |
Verba sentiendi:
Gedurende het laatste trimester van het akademisch jaar 1971-1972 heeft een kandidaten-werkgroep van het Instituut zich onder leiding van W.W.F. Voskuilen bezig gehouden met ‘verba sentiendi’ (werkwoorden van waarneming). De bereikte resultaten zijn door Hans den Besten en Camiel Hamans in een verslag samengevat. Daarin wordt de traditioneel op semantische gronden aangenomen klasse van verba sentiendi op syntaktische wijze geanalyzeerd; er wordt met andere woorden in nagegaan of er voor deze klasse een syntaktische justifikatie kan worden gevonden. Het is evenwel niet de bedoeling een ver uitgewerkt beschrijvingsmodel te geven. Uitgegaan is van de indeling die Rogers aanbrengt (zie Andy Rogers, ‘Three kinds of physical perception verbs’. In: Papers from the Seventh Regional Meeting Chicago Linguistic Society. (Chicago 1971). Verder is ruimschoots aandacht besteed aan het proefschrift van W. de Geest, Complementaire constructies bij verba sentiendi (Gent 1972). Diss. Nijmegen).
Ieder die belang stelt in dit verslag, waarvan geen tijdschriftpublikatie zal worden gemaakt, kan het op aanvraag kosteloos toegezonden krijgen. Men wende zich hiervoor tot W.W.F. Voskuilen. (C.H.; 26-vi-1972).
| |
Wolkers, Jan:
Juli 1972 is in gestencilde vorm een Bibliografie van de artikelen over het werk van Jan Wolkers verschenen als ‘Verslag van een kandidatenprojektgroep t.b.v. het letterkunde onderwijs aan middelbare scholen.’, samengesteld door G.J. van Bork, W.E.C. van Dishoeck, P. Telleman en A.T. Zuiderent. Aan de eigenlijke bibliografie gaat een door de laatste drie genoemden ondertekende ‘Inleiding’ vooraf. De bibliografie, die 24 ongenummerde pagina's groot is en 50 nummers tell, bevat alleen artikelen die tot 1970 in zelfstandige uitgaven en tijdschriften zijn verschenen, dus geen krantenartik elen. Aan de titelbeschrijvingen zijn beschrijvingen van de inhoud der artikelen toegevoegd. Regelmatig terugkerende onderdelen van die beschrijving zijn: vorm (b.v. recensie, essay), onderwerp (de besproken werken), biografie, tematiek, struktuur, stijl, vergelijking (met andere auteurs), waardeoordeel (over de besproken werken), literatuurverwijzingen en een beoordeling
| |
| |
van ieder artikel ten behoeve van vooral de scholier. Van de oorspronkelijke oplage van 100 eksemplaren zijn nog een 30-tal over. Belangstellenden krijgen op aanvraag bij de Afd. DNL gratis een eksemplaar toegezonden zolang de voorraad strekt. Zie verder ook de ‘Bibliografische notities’ elders in dit nummer. |
|