Spektator. Jaargang 1(1971-1972)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 559] [p. 559] Dat ben jij Jij bent Ton Cram en we zitten zonder jou. We doen ons best hoor, maar ja, zonder vrouw Zijn we nergens en ver van Brahman. We missen een goeroe, we missen Ton Cram. Ik teer nog op een zoete herinnering. Het was een zomerdag, er is vergadering. We komen te wild in je stille huis. Ik hoor er niets dan klokgetik en bladgeruis. We brengen met ons de stank van de stad. We missen de wijsheid van de Upanishad: We zijn nog jong en komen uit Amsterdam. In je tuin heerst de vrede van Brahman. Victor slaapt, terwijl wij druk praten. De eenden kwaken tegen ons in. Je houdt ons intussen in de gaten En schenkt een wortelsapje in. Temidden van mannen ben jij d'enige vrouw. Terwijl wij met Marx en Strukturen worstelen, Zit jij als Maria tussen de twaalf apostelen En belichaamt de woorden van Dèr Mouw: ‘'T is alles zo natuurlijk, dingen, mensen Geluk, verdriet, wel-niet-vervulde wensen.’ Je staat op en smeert een bruine boterham, Met ying en yang en vruchtenjam. Als jij mij reikt m'n sneetje brood, Dan voel ik éénzelfde adoratie branden Voor wortelsap en je gerimpelde handen En verzoen me een beetje met de dood. J. Fontijn. Vorige Volgende