Spektator. Jaargang 1(1971-1972)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 242] [p. 242] Talent Hij was een schilder en zij leerde weven, en toen die twee met elkaar gingen leven, hadden ze samen nog bijna geen cent, maar dat donderde niks, want ze hadden talent. Toen er een kind in haar buik ging bewegen, streelde hij haar ietwat steels en verlegen, en dacht-ie op menig gelukkig moment aan dat kleine latente toekomstig talent. En toen het meisje dan echt werd geboren, was het talentvol van acht'ren en voren, en alle vrienden aanbaden fervent die paarduizend gram aan toekomstig talent. Plaatsten de ouders hun vrouw'lijke godje teer en voorzichtig op 't kleurige potje, dan deed ze ook daar, wat men reeds was gewend: die vorm en die kleur: onmiskenbaar talent. Ze was nog geen vijf, toen de kunst'naars elite, gezellig bijeen op verjaardagsvisite, haar gaven al definitief had erkend: zo klein als ze is - het is één brok talent. Ze ging naar een school toe die aan was bevolen, bijzonderste school der bijzondere scholen, alwaar het de leerkrachten in werd geprent: dat meisje: talent, ja talent, ja talent. Maar na al die raad en adviezen en wenken, toen kwam de tijd dat ze zelf leerde denken, en kocht ze een schopje voor zeventig cent, en toen groef ze een kuil, en begroef haar talent. 20-6-1971 Willem Wilmink. Vorige Volgende