Spektator. Jaargang 1(1971-1972)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Piratenlied Het was in het jaar Om te scheren in zestienverdomme en acht En Pier met het Donkere Lapje hees Moederzielnakend een vlag. Hij dobberde wat aan het anker en strolde de blinkende waai en hojo! met gevloek en gekanker zo voeren wij vol uit de baai. Refrein: Hojo! Piraten! Twee ogen is ons één teveel met één oog kijken wij al scheel wij leven vrij en ongetrouwd ons ware been dat is van hout wij hebben geen botten maar graten, piraten! Ik stong op til in het voordeel, hoe stengde het sap om de boord! Het was prachtig heldere weerstand, toen klonk er een kreet: Stik te moord! Een klepper met grote gebraaide kwam eerst nog langszij en toen voor, dus enteren maar, en wij draaiden de hele bemanning erdoor. [pagina 175] [p. 175] Refrein: Hojo! Piraten! Twee ogen is ons één teveel met één oog kijken wij al scheel wij leven vrij en ongetrouwd ons ware been dat is van hout wij hebben geen botten maar graten, piraten! De zeeroverij werd verboden door de kerk en zijn filosofie, toen werden wij nette matrozen: Westindische Compagnie. Zodat we nu allen psalmeren wanneer we aan 't enteren zijn, en stelen als echte heren onder de vlag van Piet Hein. Hans Dorrestijn Willem Wilmink Vorige Volgende