Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse Christen broeders laet u leeren.Singt met aendacht. | |
[pagina 573]
| |
Het is een schoon dierbaer sake,Ga naar margenoota
Dat men make//onses Gods naem
Groot met lofsanck ende sprake,
Ga naar margenootb Soet van smake//is hy bequaem,
Ia vriendelijck ende minsaem
Laet ons sijn saem//verbreyden wijt
Ga naar margenootc Looft hem ten rechten//die sijn knechten//zijt
Met groot jolijt,
Looft den Schepper ghebenedijt
Ga naar margenootd Die alle dinghen heeft ghemaeckt subijt,
Alle eere//tot hem keere, nu ende t'aller tijt.Ga naar margenoot+
2Ga naar margenoote Sijnen stoel is boven schreven,Ga naar margenoot+
Hooch verheven, wijt en ontdaen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootf Veel duysent Enghelen beven,
Die beneden voor hem staen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootg Sijn gramschap doet berghen vergaen,
De diepten saen, verdrooghen vry,
Voor sijn aenschouwen//mans en vrouwen//ghy
Ga naar margenooth Looft hem waert zy,
Meerder dan alle lof is hy,Ga naar margenoot+
Ga naar margenooti God is over al der ende by,
Ga naar margenootk In hem leven//ende sweven//alle gaderwy.
3Ga naar margenootl Laet ons God een nieu liet singhen
Ga naar margenootm Groote dinghen doet hy blootGa naar margenoot+
Ga naar margenootn Voor hem beeft swerelts omringhenGa naar margenoot+
Ga naar margenooto Oock springhen//die steenrootsen groot,Ga naar margenoot+
In stucken voor sijn toornich exploot,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootp Maer in den noot is hy seer goedertier,
| |
[pagina 574]
| |
Ga naar margenoot+ Die betrouwen, op hem bouwen//hier
Ga naar margenootr Hy helpse schier,
Ga naar margenoot+ Wt lijden ende groot dangier,
Ga naar margenootq Hy gaet met haer door water ende vyer
Ga naar margenoot+ Hy can mercken, al ons wercken//Ga naar margenoots hy proeft hert ende nier.
4Ga naar margenoott Hy weet al smenschen gedachten,
Ga naar margenoot+ Al haer trachten//en verstant,
Ga naar margenootv Claer als den dach zijn hem de nachten
Ga naar margenootx Groot van machten//is sijn hant,
Ga naar margenooty Hy hoort en siet veel, alle dinghen, want
Ga naar margenoot+ D'oore geplant//hebbend, als wijs ingien,
Soud al vooren, oock niet hooren dien?
Soude door wien,
Ga naar margenootz D'ooghe gemaect is, oock niet connen sien?
Ga naar margenoota Hy weet alle dingen eer sy geschien
Ga naar margenootb Na Schrifts getuyghen//voor hem buygen moeten alle knien.
5Ga naar margenootc God is een Coninck ghepresen,
Ga naar margenootd Ende dese woont in een licht,
Ga naar margenoot+ Daer niemant toe comt gheresen,
Sijn wesen van menschen ghesicht,
Ga naar margenoot+ Is verborghen hy, heeft gesticht,
Ga naar margenoote Al het ghewicht//der aerden swaer,
Ga naar margenoot+ Seer groot bevanghen en gehanghen//daer,
Opt water claer,
Ga naar margenoot+ Met sijnen woorde crachtich ende waer,
Ga naar margenootf Ende hy onderhoudet oock allegaer
Sijn vermoghen//ongheloghen//blijckt wel openbaer,
| |
[pagina 575]
| |
6Ga naar margenootg Al sijn wercken groot bevonden,
Die mijn gronden niet en mach,
Ga naar margenooth Van sijn heerlijcheyt oorconden
Tallen stonden eenen dach,Ga naar margenoot+
Ga naar margenooti Doet den anderen daer af ghewach
Ga naar margenootk maer noyt en sach//yemant God van den troon
maer sijn vercoren//een geboren//soon
Heeft ons seer schoon,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootl Dat vercondicht, los prijs zy hem te loon,
Die op den stoel sit, weerdich alle croon.
Eewich gepresen//moet hy wesen//ende dat lam ydoon,
7Ga naar margenootm Doen wy Gods vyanden waren,
Ga naar margenootn Ia sondaren//boos en fel,
Ga naar margenooto Ginck hy ons sijn liefde barenGa naar margenoot+
Ga naar margenootp Sonder sparen//gaf hy snel,Ga naar margenoot+
Voor ons allen, in doots gequel,
Ga naar margenootq Sijnen seer wel beminden sone soet,
Ga naar margenootr Die ons in noode//niet sijn roode//vloet,
Verloste vroet,
Ga naar margenoots Siet wat een liefde ons God die Vader doet
Dat hy ons als sijn kinderen sijn goet
Maeckt deelachtich//hem eendrachtich//eewich lof zijn moet.Ga naar margenoott
8Ga naar margenootv Sijn ghenade onverdwenen
Is verschenen, over al,
Ga naar margenootx Tot profijt van den genen
die recht henen//in dit dal,Ga naar margenoot+
In Christo wandelt den wegh smalGa naar margenoot+
Ga naar margenooty Maer het en sal//na schrifts bedietGa naar margenoot+
| |
[pagina 576]
| |
Ga naar margenootz Den obstinaten//somdaer vaten//niet,
Ga naar margenoota Hem en gheschiet
Ga naar margenootb Gheen ghenade, maer onghenade siet
Ga naar margenoot+ Toorn, angst, druck en swaer verdriet,
Ga naar margenootc Wie te vooren//sijnen tooren//hier niet en ontvliet/
Ga naar margenootd 9 Tot quijtschelt van t'sondich sneven,
Ga naar margenoote Is ghegheven//diet ghelooft,
Ga naar margenootf Iesus den name verheven,
Ga naar margenootg Tot ons leven ende hooft,
Ga naar margenoot+ Des vyants macht heeft hy berooft
Ga naar margenooth Blijft niet verdooft//wie ooren heeft die hoort
Ga naar margenooti Wilt ontfanghen//met verlangen//twoort
Ga naar margenoot+ Reyn onghestoort,
Ga naar margenootk Schickt u te gaen door d'enghe poort,
Ga naar margenoot+ Met liefd' en broederlijck accoort,
Ga naar margenootl Brengt den name//Gods bequame//vrucht der lippen voort.
10Ga naar margenootm Vreest God al ghy menschen teere,
Ga naar margenootn Gheeft hem eere want het naeckt,
Ga naar margenooto Nu den tijt sijns oordeels seere,
Ga naar margenoot+ Na sijn leere//altijt waeckt,
Ga naar margenoot+ Aenbidt hem ende niet en versaeckt,
Ga naar margenootp die heeft ghemaeckt hemel en t'aertsche velt
Ga naar margenootq Zee en fonteynen//desen reynen//helt,
Ga naar margenootr Zy toeghestelt,
Eeuwich lof, eere, prijs ende ghewelt,
Ghy Conincklijc Priesterdom, hier vertelt,
Vry met vreuchden//al sijn deuchden//al wort ghy ghequelt.
| |
[pagina 577]
| |
Ga naar margenoots 1 In Gods lof wilt niet vercrancken.
Ga naar margenoott Christen rancken onversteent,
Ga naar margenoot+ Wilt in allen dinghen dancken,
Ga naar margenootu Spijs en drancken//hy verleent,
Ga naar margenootx geen musch en wort voor hem vergeten neent
Ga naar margenooty Sorcht noch en weent//niet, om dat vleesch aen gaetGa naar margenoot+
Daer in bestaet,Ga naar margenoot+
Met vaster herten, blijft vroech ende laet,Ga naar margenoot+
By den Heere volcht sijnen raet,Ga naar margenootz
om niet verdolen//hem bevolen//blijft Christelijck saet.Ga naar margenoot+
|
|