Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse, Schoon lief loyale.Singt met aendacht. Kinders bequame//des rijcx Gods erfgename,
Ga naar margenoota Gedoopt zijnde al te same//in een lichame,
Ga naar margenootb Ghelijc uwen roep toebehoort,
Ga naar margenootc Wandelt onstraffelijc nu voort
Na der schriften rappoort,
Ga naar margenootd Vreedsaem in wercken en woort,
Ga naar margenoote Houdt broederlijck accoort.
Ga naar margenoot+ 2 Ghy die eendrachtich, d'Hemelschen roep waerachtich
Zijt geworden deelachtich//in Christo crachtich
Ga naar margenootf Vernedert geestich u ghelaet
Ga naar margenoot+ Onder de hant Gods delicaet,
Ga naar margenoot+ V heel te buyten gaet,
Ga naar margenoot+ Mint God ende tnaeste zaedt,
Ga naar margenootg Als u selven by staet.
3 Als s'Heeren slaven//wilt sGeests ontfangen gaven
Ga naar margenooth In d'aerde niet begraven//maer om elcken slaven
Ga naar margenooti Laet tlicht werden geopenbaert,
Ga naar margenootk Woeckert met t'pont so Schrift verclaert,
Ga naar margenoot+ Dijn schat boven vergaert,
Daert van der motten aert
En bieden wert bewaert.
4 Wilt u lien wachten//van des roovers vercrachten,
| |
[pagina 371]
| |
Dat int herte vernachten//geene gedachten
Ga naar margenootl Dan die cuysch, heylich zijn alleyn,
Ga naar margenootm Gesint na Christus, tsuyver greyn,
Gesticht voor groot en cleyn,
Sulcke van herten reyn
Ga naar margenootn Die zijn salich certeyn.
5 Salich beseven//zijn sy, die in dit leven
Elck goet exempel geven//dus vrienden verheven
doet alle dinck na Gods woort correct,
Ga naar margenooto Op dat den lasteraer deurtreckt
V niet straffe, als bevleckt,
In simpelheyt perfeckt,
Twoort voorsienich ontdeckt.
5 Voorsienich wesem//vrienden uytgelesen,
Ga naar margenootp Daer in u werck geresen//God zy gepresen
Ga naar margenootq V mont en tonge dwingt eenpaer
Siet toe, hoe ghy spreect, wat oft waer,
Ga naar margenootr dat niemant gae te naer,
s'Besprengt u woordne claer,Ga naar margenoot+
Met geestich fout eerbaer.Ga naar margenoots
7 Met eerbaer zeden//ghy Christelijcke leden,
Laet reysen dijn gebeden//in alle steden,
Voor Keyser, Coninck, Heeren vroet,
Dat God haer lieder herte en gemoetGa naar margenoott
Ten besten keeen doet,
Om met twoort zijn ghevoedt
Ist so Gods wille goet.
8 Na Gods behagen//obedieert sonder clagen
Die sorge voor u dragene//tallen dagen
Oock menschen ordineren jent,Ga naar margenootv
| |
[pagina 372]
| |
Niet zijnde teghen Gods mandament,
Wilt sijn obedient
Ga naar margenootx Elck tsijne reverent
Gheeft ghehoorsaem bekent,
Ga naar margenooty 9 Beken de sinnen//gesalft geestich van binnen,
Wilt quaet met t'goed' verwinnen//alleen uytminnen,
Ga naar margenootz End binnen, dit aertsche foreest,
Ga naar margenootaLijdtsamich zijt in sdrucx tempeest,
Gheen doot van menschen vreest
Ga naar margenootbTvleeschs lust cruyst aldermeest,
En wandelt na den gheest.
Ga naar margenootc10 In den geest vyerich, zijt vriendekens manierich,
wakende goedertierich, geensins goetgierich,
Ga naar margenootdMaer tot u lieder zielen profijt,
God in allen ghebenedijt,
Door wien ghy zijt bevrijt
Dus in vervolch oft strijdt
In hem altijt verblijdt.
Ga naar margenoote 11 In God laet blijven//alle dijn raets bevrijden
Met d'Apostels beschrijven//wilt u verstijven,
Ga naar margenootf Verwint werelt vleesch, duyvel, doot
Door t'heylich geloove devoot,
Ga naar margenootg Werckende uyt liefden groot,
Voor t'slot, beveelt ter noot
Ga naar margenooth Dijn geest in svaders schoot.
|
|