Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijOp de wijse: Geeft my te drincken na mijnen dorst.Singt met aendacht. Al die om strijden hebben lust,
Spoet u en wilt den hoop vermeeren
Als fraey Soldaten u oprust,
Ga naar margenoota Legt af alle dijn oude cleeren,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootb Van u eyghen wercken omkeeren
Moet ghy, en leeren strijden int velt,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootc Met den Coninck den Heer der Heeren,
Die over al heeft groot ghewelt.
2Ga naar margenootd Sijn baniere staet opgherecht,Ga naar margenoot+
Onder den Heydenen verheven,
Ga naar margenoote Comt sydy slaef, of eyghen knecht,
Maeckt dat ghy hier zijt opgheschreven,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootf De vryheyt sal u zijn ghegheven,
Ia oock het leven al waert ghy doot,
Ga naar margenootg Wilt ghy hem ghehoorsaem aencleven,
En ghelooven sijn woorden bloot,Ga naar margenooth
3 Sijn basuynen die sijn ghehoort,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 358]
| |
Over de werelt in alle hoecken,
Ga naar margenooti Comt alle die wil, dus luyt sijn woort,
Ga naar margenootk Hy en wil gheen persoon uytsoecken,
Ga naar margenoot+ Maer al die willen sal hy vercloecken,
Ga naar margenoot+ Also sijn boecken ghetuyghen claer,
Ga naar margenootl Maer die hem dient en mach niet roecken
Ga naar margenoot+ Hier op sijn leven tis openbaer.
4Ga naar margenootm Vader, moeder, wijf ende kint,
Ga naar margenoot+ Suster en broeders moetmen haten,
Ga naar margenoot+ Want wie yet boven hem bemint,
Ga naar margenoot+ Is hem ontweerdich, wilt dit vaten,
Ga naar margenootn Maer diet om sijnen wil al verlaten,
Ga naar margenoot+ Het sal haer baten seer vele want
Ga naar margenooto Tot Coninghen al sijn soldaten,
5Ga naar margenootp Elck krijsman moet besneden zijn,
Ga naar margenootq Int verborghen wesen een Iode,
Ga naar margenootr Niet vleeschelijck de wapen dijn,
En sy, maer na des schrifts ghebode,
Moet sy wesen machtich voor Gode
Datmen uytrode, ende treft,
Al wat hem hier in aller moede,
Ga naar margenoot+ Teghen Gods kennisse verheft.
Ga naar margenoots 6 Wilt in de macht die God u gheeft,
Ga naar margenoott V lenden met de waerheyt stijven,
Staet aenghetoghen met den kreeft,
Ga naar margenoot+ Der gherechticheyt tot beclijven,
Om t'Euangelium te drijven,
Wilt altijts blijven, gheleerstm gheschoeyt,
Becleet inwendich uwe lijven,
| |
[pagina 359]
| |
Met de liefde, die vyerich gloeyt.Ga naar margenoot+
7Ga naar margenootu Die hope der salicheyt wilt,
V tot eenen helm op stellen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootx grijpt aen voor alle dinck den schilt,
Des gheloofs, als strijdtbaer ghesellen,
Die vyerighe pijlen der hellen,
Al sonder quellen, condt ghy subijt,
Daer med' uytblusschen, met versnellen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenooty Loopt dus verduldich tot den strijt.Ga naar margenoot+
Ga naar margenootz Met tzweert des geests strijt onv'tsachtGa naar margenoot+
Gods woort en draecht in s'herten gronden,Ga naar margenoot+
En siet dat ghy in als behaecht,Ga naar margenoot+
Vwen hooftman tot allen stonden,
Ga naar margenoota Die aertsche leden, t'lichaem der sonden,
Doot met veel wonden na den heesch,Ga naar margenootb
Wilt ghy een vroom helt sijn bevonden,Ga naar margenoot+
Doot al de wercken van het vleesch.Ga naar margenoot+
Ga naar margenootc Wie dient, die neme sijn dienen waer,
Ga naar margenoote Wie over den heyrlegher reene,
Ghestelt is tot een wachter daer,Ga naar margenoot+
Dat hy waerschouwe groot en cleene,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootd Weest nuchter waeckt al ghemeene,Ga naar margenoot+
Want sterck te beene den vyant is,Ga naar margenoot+
Wie buyten t'legher gaet alleene,Ga naar margenoot+
Als Dina wandelt onghewis.
10 Princelijcke strijders vayliant,
Volhert in dat ghy hebt begonnen,
Ga naar margenootf Tot dat tghy den laetsten vyant,
De doot sult hebben overwonnen,
Ga naar margenootg Palmen en croon sal men u jonnen
| |
[pagina 360]
| |
Men soude niet connen bedencken vroet,
Ga naar margenooth Hoe ghy als de claerheyt der Sonnen,
Int rijcke Gods sult blincken soet.
|
|