Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijSingt met aendacht.Van Gods goetheyt end oordeel wil ick singhen,
Ick wil hem schoone lof Psalmen toebringhen,
Daer met dat ick God den Heer boven al
Groot maken sal.
2 Ick wil wand'len met oprechten ghemoede,
Wan sal ick heerschen met vreed' in voorspoede
Dan wil ick mijn volck trouwelijc voorstaen
End voren gaen.
3 Van der boosheyt heb ick, Heer, een afgrijsen,
End die anders met der daet niet bewijsen,
Van archeyt die sullen in dat huys mijn
Nemmermeer zijn.
4 Ooc de verkeerde menschen al te male
Moeten wijcken wt mijn hof en mijn sale,
Hy sal van my, die hem tot doofheyt went
Niet zijn ghekent.
| |
[pagina 324]
| |
5 Die met achterclap haren naesten schaden
Die met grootscheyt, end hoochmoet is beladen,
Die sal ick t'samen uytroyen met vliet,
End lijden niet.
6 Mijn oogen sullen sien na den oprechten,
Op dat sulcke moghen wesen mijn knechten,
My sullen dienen die vroom ende goet,
Sijn van ghemoet.
7 Die tot bedroch end list hem wil begeven,
Die sal dan my in dienst niet zijn verheven
Den leughenspreker en sal oock by my
Niet wesen vry.
8 Vroech met ernst sal ick drijven uyt den lande,
De boosen al, end tsaem brengen ter schande
Op dat Gods huys van boosheyt groot en cleyn,
Gantsch werde reyn.
|
|