Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens
(1591)–Anoniem Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrijop de wyse: Aenhoort o Israel, etc.
MEt droefheyt groot
Mach ick tot Godt wel claghen,
Het jammer ende swaer verdriet,
Dat nu gheschiet,
So dat den noot
Ga naar voetnoot+ Der seven laetste plaghen,
Daer Apocalips af bediet,
Ga naar voetnoot+Commet nu siet,
En dat de draeck, om doen zijn saeck,
Nu is bevonden, te sijn ontbonden,
En brenght tot strijdt, met haet en nijt,
Gog en Magog vol zonden,
Ga naar voetnoot+Dat druck begint, al na Christus vermonden
Ga naar voetnoot+Dat den Vygheboom knoppen ghewint,
Ga naar voetnoot+Dit wel versint.
Versint u wel,
Ga naar voetnoot+Ghy gheloovighe gronden,
Ga naar voetnoot+De handen salmen aen u slaen,
Ga naar voetnoot+Nemen ghevaen,
Ga naar voetnoot+En leyden fel,
Ga naar voetnoot+In den Kercker ghebonden
| |
[pagina 103]
| |
Ofte ghesloten seer belaen, Ga naar voetnoot+
Sult ghy daer staen, Ga naar voetnoot+
Om Christus Naem, so wert u faem Ga naar voetnoot+
Seere mispresen, veracht midts desen,
Ende ghy sult, al sonder schult,
Seere ghehatet wesen,
Van Heeren groot
Wert ghy seere begresen,
Beveelt Godt u aenvallende noot, Ga naar voetnoot+
Tot in de doot.
Krijgh doodelijck
Is nu in dese Landen, Ga naar voetnoot+
Dat d' een volck teghen d' ander staet,
Seer obstinaet, Ga naar voetnoot+
Haer doen publijck
Is rooven ende branden,
Verraderye nu omme gaet,
Nydich en quaet, Ga naar voetnoot+
D'ongherechticheyt, so Schrift uytleyt,
D' overhant ervet, liefde verstervet,
T' bruyssen der Zee, met vrees en wee, Ga naar voetnoot+
s' Menschen herte doorkervet,
So dat versmacht
Menich en bedervet,
Verschrickt van dinghen onsacht,
Die men verwacht. Ga naar voetnoot+
Verwacht den Heer, Ga naar voetnoot+
Die wellust elck versake, Ga naar voetnoot+
Sober, rechtveerdich weest bereyt, Ga naar voetnoot+
So Christus seyt,
O Syon teer,
Staet op de eerste wake,
En van de deure niet en scheydt,
Also verbeydt
Den Coninck schoon, die u tot loon Ga naar voetnoot+
Zijn Rijck zal gheven, dat eeuwich leven, Ga naar voetnoot+
Waeckt ende bidt, dat ghy besit,
Anders comt ghy in sneven, Ga naar voetnoot+
Doch versuymt niet Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 104]
| |
Gods ghenade verheven,
Ga naar voetnoot+Op dat u Esaus verdriet
Niet en gheschiet.
T' gheschiet, nu siet
Dat men seer veel erreuren
Dus siet onder de Menschen quaet,
Ende verstaet,
Dat zy om niet
D' onschuldighe doen treuren,
Die willen volghen Christus raet,
Comen in smaet,
Ga naar voetnoot+Satan vol spijt, heeft cleynen tijt,
Bedrijft zijn keuren deur zijn labeuren,
Door leughens bloot, en valscheyt groot,
Brenght hy t' volck in doleuren,
t' Lams Bruydt seer soet,
Die moet het oock beseuren,
O Prince Godt, u Volck behoedt
Voor quaet ghebroet.
|
|