Soldaten-spreekwijzen(ca. 1883)–Anoniem Soldaten-spreekwijzen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] [pagina 10] [p. 10] V. De vijand valt ons in handen. 't Was met de lieve vreê gedaan, Toen de oorlogsramp opnieuw begon En elk wie wapens dragen kon, Moest nu in ernst ten strijde gaan; De legers kwamen bij elkaar, En vochten, ja met leeuwenmoed, De velden waren rood van bloed, Want menig kloeken heldenschaar Zag men voor 't doodelijk lood bezwijken - In 't eind - gelukkig voor het land - Hield onze armee verwinnend stand; De sterken vijand moest gaan wijken - En sneller dan men had gegist: Was deze veldslag weer beslist. Ook onze KLAAS - de Grenadier, Was met het leger meegegaan; Doch bleef maar liefst van verre staan. Hij had in 't strijden geen pleizier. ‘Ik dank je’ - sprak hij - om te vechten, Ik geef van al dien moed de brui, Ik zocht geen ruzie met die lui, Wie lust heeft mag de zaak beslechten; Ik min den oorlog niet-met-al, En wacht hier wat er komen zal.’ En zoo gezegd - ook zoo gedaan, KLAAS keek bedaard het schouwspel aan, En vroolijk lachte onze guit, Toen hij op 't onverwacht den buit, Juist waar hij stil stond aan zag landen; Hoezee! dus riep hij blij gezind, Al ben Ik ook geen oorlogsvrind: De vijand valt mij toch in handen! Vorige Volgende