Sint Nicolaas(ca. 1850-1860)–Anoniem Sint Nicolaas– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] VANITÉ. Der Zieraffe. HET FATJE. [pagina 14] [p. 14] Het fatje. Zie hem voor den spiegel staan! Weêr kijkt hij zijn kleeding aan, En bewondert d' ijdlen tooi: Hendrik vindt zichzelven mooi. Ei, wat staat het broekje glad! Of hem 't haar ooit netter zat? Neen! en dan de kiel - voorwaar, Zoek een mooier ergens maar! Zie hem voor of achter aan - Zaagt ge ooit grooter fatjen gaan? Maar, door al dat spiegelzien Zag men lest wat vreemds geschiên: Eensklaps keek in Hendriks steê, Uit het glas een Aap, o wee! Spits van snoet, met groote tanden, Bruin van voeten en van handen. Die telkens voor den spiegel staat, Zich wendt en keert met trotsch gelaat, Die ziet ook juist als Henderik De afbeelding van zijn eigen ik. Vorige Volgende