der te stotteren. Hij trok het mes uit het dode lichaam en begon een van de armen te amputeren.
Nadat hij hier mee klaar was, bedekte hij het kadaver weer met kranten. De arm met een stuk mouw er nog aan deed hij in de grote kachel bij de papierproppen en de aanmaakhoutjes, goot er spiritus overheen en stak de brand erin. Het vuur begon te loeien en langzaam verspreidde zich een aangename warmte alsmede een vreemde lucht door het vertrek.
Machiel maakte een ontbijt klaar en wekte Lita.
‘Wat is dat nou,’ vroeg Lita toen ze de slaap van zich had afgeschud en zijn badjas over haar naakte lichaam aantrok.
‘Oh, een stuk vlees dat ik vanmiddag voor mijn baas moet uitbenen,’ hakkelde Machiel.
‘Werk jij ook zondag? Gisteravond lag er nog niets.’
‘Vanmorgen guh...guhbracht. Soms krijg ik wat huhhuh... wat huiswerk. Brengt extra guggeld in 't lullul... lulaadje.’
Tegen twee uur vertrok Lita. ‘Ik ben laat. Wat zal mijn vriend wel zeggen!’
Machiel zat op zijn hurken bij de hoop waarvan hij de kranten had verwijderd en dacht er over na hoe het Bill verder zou vergaan, toen er op de deur geklopt werd.
‘Wat nou weer,’ mopperde hij en legde de kranten zorgvuldig over het lijk terug voordat hij ging kijken wie er was. Hij had nauwelijks de deur open of een jongetje van een jaar of zeven glipte naar binnen.
‘Kom hier,’ schreeuwde zijn moeder die op de gang stond. Het was Susan, zijn bovenbuurvrouw.
‘Ik kom vragen, is Bill bij jou geweest vannacht. Ik heb hem niet weergezien. Hij is zwart met een roze pyama,’ gaf ze als signalement op. ‘Ernie, kom hier, brutale jong,’ schreeuwde ze opnieuw. Voordat Machiel het kon verhinderen, ging ze achter haar kind aan. ‘Vooruit, op straat spelen, apekop.’ Ze greep Ernie in zijn nekvel, schudde hem door elkaar en zwiepte hem het portaal op.
‘Pappa ligt onder een krant te slapen,’ krijste het kind.
‘Ga op straat spelen, doe wat ik je zeg. Geen gezeur van kinderen als grote mensen praten.’ Ze glimlachte verontschuldigend tegen Machiel. Een stralend zwart gat in de dag.
‘Leuke kamer,’ prees ze verlegen onder de blikken van Machiel. Ze veinsde nieuwsgierigheid, keek om zich heen en liep naar het raam. ‘Alle woningen zijn anders.’
Machiel keek bewonderend naar het massief van haar schuddende billen onder de korte rok en naar de twee dorische zuilen die dit tympaan schraagden.