grote voldoening. Vervolgens hield hij de hand aan Katrien voor, maar die wimpelde het meteen af: ‘Nee, dat kan ik niet, dat weet ik wel.’
‘Geef me een hand!’ drong hij aan. Katrien kneep daarop een keer zwakjes in zijn uitgestrekte hand en wilde weer loslaten, maar hij greep haar hand vast en trok haar naar zich toe. Onwillig gaf ze mee: ‘Pap, toe nou!’
‘Jij bent de beste,’ zei hij.
‘Dat weet ik.’
‘Haha! Dat weet ik, zegt ze.’ Hij trok haar wat dichter naar zich toe. ‘Kom nou even bij je vader.’
‘Nou, ik ben er toch al’, protesteerde ze lachend.
‘Of hou je niet meer van mij?’
‘Jawel’, zei ze, en het was niet helemaal ongemeend, ‘maar ik kan zo die film toch niet volgen, als je er voortdurend doorheen praat.’
‘Och, je kunt die film nog zo vaak zien.’
‘Nee’, beweerde Katrien, ‘want die film komt niet meer zo gauw.’
‘In de bioscoop wel’, blufte vader.
‘O ja?’ zei ze, met plots een slimme twinkeling in haar ogen.
‘Krijgen we daar geld voor dan?’
‘Geld? Maar natuurlijk, meiske. Natuurlijk krijg je daar geld voor.’ Met trage bewegingen begon hij naar zijn portemonnaie te tasten, die niet in zijn binnenzak, en ook niet in zijn jaszak links of rechts, maar in de achterzak van zijn broek bleek te zitten. Hij opende zijn portemonnaie en begon briefjes van tien uit te delen.
‘Dank je wel, pappa’, zeiden ze beleefd.
‘Maar dan moet je wel naar de bioscoop gaan, hè?’ maande hij.
‘Ja, dat doen we ook’, beloofden ze.
Moeder had het allemaal vanuit haar ooghoeken gevolgd. ‘En ik?’ zei ze met een schelms lachje, toen hij zijn portemonnaie wilde opbergen. ‘Krijg ik niks?’
‘Jij ook?’
‘Ja natuurlijk’, zei ze, ‘je geeft de kinderen wel allemaal geld, maar mij geef je niks.’
‘Jij krijgt ook’, stelde hij gerust, en haalde een briefje van vijfentwintig tevoorschijn dat hij met een royaal gebaar overhandigde. Ze nam het bankbiljet aan en stopte het, met een knipoog naar Katrien, vlot ergens weg.
‘Tevreden?’
‘Ja hoor, je bent een lieverd.’
‘Geef me een kusje dan’, zei hij, en boog zich naar haar toe. Ze tuitte haar lippen en gaf hem een zoentje op de mond. Ze sloten allebei heel even de ogen.