Stinkende bouillabaisse van kok Wielemaker
Kees Wielemaker verblijft tegenwoordig in Zeeland. Dit doet ernstig verlangen naar een tweede watersnoodramp. Kees is een mens, de wereld overbodig; niet zo'n idioot, maar een Uebermensch hebben we nodig.
Kees kan niet lezen, Kees kan niet schrijven en Kees kan niet koken.
Fragmenten uit Kees' polemische roman ‘Bouillabaisse’, gepubliceerd in SIC 1992 nummer 2, doen vermoeden dat Kees teveel van bepaalde paddestoelen heeft gesnoept, dan wel zich heeft bezondigd aan Zeeuwse mosselen waarvan de uiterste verkoopdatum allang was verstreken. Wielemaker is de eenzame meester van de wartaal. Geen wonder dat ie moeilijkheden heeft met zijn Bank.
Uit therapeutisch oogpunt gezien is het wellicht goed dat patiënt Kees alles eens van zich afschrijft, maar waarom moeten de lezers van SIC met deze ellende worden geconfronteerd?
In Wielemaker's ‘Bouillabaisse’ zijn de waardevolle ingrediënten (Hermans, Céline, Nietzsche) op ondeskundige wijze vermalen tot een onwelriekende niet te verteren brij.
Wielemaker moet maar eens datgene gaan doen waar hij wel goed in is, wat dat dan ook moge zijn.
Met vr. groeten,
René Spork