van kalos. ‘Welgelegen’ in het Hollands, en ‘skòn’ in het Brabants. Het Grieks dat hier in sommige dorpen nog gesproken wordt is evenmin te verstaan als het Nederlands dat ze in Dunkerque durven te spreken.
Halverwege de berg staan de prachtigste Griekse tempels. Het antieke Akragas werd in de achtste eeuw gesticht door kolonisten uit Rhodos op een plek waar het wemelde van de goden.
Met behulp van vele tienduizenden krijgsgevangen Carthagers, die moesten toch gratis dood, bouwden de tirannen van de stad op de heuvelrug de grootste serie tempels van het westen. ‘De mooiste stad der stervelingen’ zong Pindarus, die daar twee van zijn Olympische Oden dichtte. Toen vijftien eeuwen later de Grieken voor de Arabieren - die afgodisten die aan veelwijverij doen waar onze Bolk zo tegen is - moesten vluchten, bleven de tempels staan. De archaïsche tempel van Athene werd later tempel van Minerva en toen het basiliekje Santa Maria dei Graeci. Zeven ouwe wijfjes zaten erin te prevelementen voor Athene, Minerva of Maria: een Attische dame, een Romeinse godin of een joodse soldatenhoer, wat maakt het eigenlijk ook uit, als er ergens maar een troostrijke moeder is die je hoort. En zo, Jacobus Maria, bleven die tempels daar tot in de achttiende eeuw staan. Niemand die zin had de zware stenen naar boven de berg óp te slepen waar de Noormannen het vestingstadje hadden gesticht. Maar toen ze bij Porta Empedocle kaden en strekdammen nodig hadden, was de troep snel beneden. Alsnog sneuvelde een dozijn Dorische tempels uit de vijfde eeuw voor Christus. Toen Goethe zo'n veertig jaar later langskwam verheugde hij zich in de bloemenweelde tussen die schamele steenresten. ‘So ein herrliche Frühlingsblick (...) ward uns freilich nie durchs ganze Leben.’
Minder gelukkig was de redactie met haar lentenummer. Enkele dagen na mijn Antwoord aan Harry Prick in Maatstaf verscheen de door jou wat verkorte versie Een paarse kop in Sic. Binnen één week twee keer de kous op de geleerde kop krijgen; het is héél ongebruikelijk. Maar kwaad kan het niet hoor. Benoorden Waalwijk leest niemand Sic en bezuiden de Randstad zijn er geen abonnées op Maatstaf.
Moet ik die lezers nu werkelijk weer uitleggen hoe dat paar kousen aan elkaar gebreid werd? Niets vervelenders dan ná een fikse polemiek je slachtoffer dat voor lijk ergens in een hoekje terecht kwam aan de haren weer erbij te sleuren, omhoog te houden en eens flink door elkaar rammelen om te zien of een volgend pak slaag geen kwaad zou kunnen. Foei toch, we leven in een menslievende eeuw en helaas niet meer in de vorige waarin meppen en neppen hoger gewaardeerd werden door het lezend publiek. Marx