waarom mannen beter schaken en componeren dan vrouwen...,’ in de bijdrage van Geerten Meijsing in dit nummer gaat dan ook, met enkele uitzonderingen zoals bij voorbeeld Van Duinkerken, zeker niet op voor katholieke schrijvers uit het Zuiden van Nederland. Door allerlei factoren is de oogst van belangwekkende schrijvers tot in het recente verleden in Zuid-Nederland, in vergelijking tot Noord-Nederland, mager geweest. Het hierboven geschetste ontvoogdingsproces heeft hierin verandering gebracht en ervoor gezorgd dat schrijvers, dichters, kunstenaars in hun werk op een meer onbevangen manier om kunnen gaan met hun culturele erfgoed.
In dit katholieke nummer wordt getracht dit proces in beeld te brengen rondom drie deelthema's.
In het kader van het eerste deelthema wordt getracht door middel van de bijdragen over katholieke schrijvers, tijdschriften, uitgeverijen en instellingen van de hand van o.a. Theo Bijvoet, Adriaan Venema, Hans Renders/Wim Verhoeven, Jef van Kempen, A.H. Bloemsma, Jaap Houdijk/Ton van Zeeland en A.G. Broek, het historische proces van de relatie katholicisme en letteren, voorbeeldsgewijs in beeld te brengen. Duidelijk wordt dat er net voor en na de Tweede Wereldoorlog sprake is van katholieke literatuur in de enge zin die zich kenmerkt door een sterk maatschappelijk engagement en een nauwe binding met de katholieke leer. Dit engagement heeft zowel politiek als literair zijn uitersten gekend in collaboratie aan de ene kant en het verzet tegen de Duitse bezetters en de Nationaal-socialistische ideologie aan de andere kant.
In het tweede deelthema komt de katholieke literatuur in ruime zin - dat wil zeggen, die literatuur waarvoor het katholieke erfgoed geheel of gedeeltelijk de inspiratiebron vormt - aan de orde. In een aantal nooit eerder gepubliceerde prozabijdragen geven Robert Vacher, Guido Eekhaut, Ton van Reen en Hans Hoenjet, gestalte aan deze uit het katholicisme in ruime zin voortspruitende inspiratie.
In een derde deelthema tenslotte worden enige kenmerkende katholieke ‘rariteiten’ door Geerten Meijsing en Ed Schilders onder de loep genomen. Misschien kunnen de hierin behandelde onderwerpen niet kenmerkend heten voor het katholicisme, maar exemplarisch voor het katholiek-culturele erfgoed zijn ze zeker.
Wij wensen u veel leesplezier bij dit extra dikke katholieke nummer en hopen overigens dat u welvaart,
Vasten 1989,
De redactie