Naschrift
jaap goedegebuure
Hans Warren wekt in het bovenstaande stukje de indruk als zou ik mij aan ‘homohetze’ schuldig hebben gemaakt. Je gaat je haast afvragen waarom hij twaalf maanden geleden, toen BOK ELF verscheen, geen klacht bij de officier van justitie heeft gedeponeerd. Aan jurisprudentie op het punt van ‘homohetze’ is immers geen gebrek. Ik herinner alleen maar aan de zaak tegen het evangelistenechtpaar Goeree, dat is bestookt met dwangsommen en gijzeling.
Het antwoord op de vraag is simpel: het gewraakte artikel gaat in het geheel niet over de homoseksuelen, laat staan tegen hen. Het gaat uitsluitend over de dubbele moraal van de criticus Hans Warren, die andere critici vriendjespolitiek verwijt, maar zelf niet moe wordt zijn eigen vrienden op te hemelen, daarbij gebruik makend van de omstandigheid dat hij wekelijks een pagina van de Provinciale Zeeuwsche Courant mag vullen.
Omdat Warren tegenover mij graag voor scherprechter speelt, heb ik de gelegenheid te baat genomen hem in zijn eigen zwaard te laten vallen. Die gelegenheid deed zich voor toen Julien Weverbergh, redacteur en uitgever van het polemisch tijdschrift BOK, mij om een bijdrage vroeg. Ik beperkte mij tot wat aantekeningen bij de ophemelende recensies die Warren had gewijd aan het werk van Boudewijn Büch en Gerrit Komrij. Naar mijn mening ging het daarbij om dienst en wederdienst: Büch en Komrij lieten zich lovend uit over Warren, die zich weer lovend uitliet over hen, waarop enzovoorts. Een echte driehoeksverhouding, deze drie heren die elkaar veren in het achterwerk steken, nietwaar? Vandaar dat ik mijn stuk ‘Een triootje’ noemde. Zoals in polemieken te doen gebruikelijk buitte ik de erotische connotaties van de titel flink uit, dit om aan te geven dat Warren niets te dol is als het er om gaat zich voor literaire roem te prostitueren. Vandaar termen als ‘tippelverbod’, ‘literair-kritische ontucht’, ‘verwennen’, en dergelijke. Het kan zijn dat het allemaal niet zo fijnzinnig of subtiel is, maar je moet nu eenmaal de taal spreken die je tegenstander verstaat, en dat Warren mij heeft verstaan is duidelijk, want hij