1987
De handschoen van Allie Caulfield
№ 2
Een goed boek goed verteerd
'Veel lezen is, net als veel eten, volkomen nutteloos zonder een goede spijsvertering. De vaststelling komt van Robert South (Sermons) en is een van de vele varianten op de vergelijking van de letteren met de gastronomie. Men raadplege met name Holbrook Jacksons The Book about Books (The Anatomy of bibliomania) voor een zeer uitgebreid overzicht van alle facetten die met dit figuurlijke boek-eten of de bibliografie te maken hebben.
Het eten van boeken lijkt ook meer dan een incidentele rol te hebben gespeeld in de renaissancistische prentkunst. Met een zekere regelmaat kan men daarin voorstellingen vinden van het eten van het boek als straf. Aangezien het een bestraffing van een zonde betreft zal het niet verbazen dat het te verorberen boek de Bijbel is. Onverwachter, en aardiger, is het gegeven dat de bestrafte in deze situaties meestal een manspersoon uit het Roomse leven is. Een monnik, een priester, een bisschop. Satire staat derhalve voorop en aan de context van de afbeelding kan men soms vaststellen welke geboden uit de Bijbel door de betreffende boek-eter-tegen-wil-en-dank overtreden werden, Luxuria, de wellust, is ook aanwezig op de Duitse houtsnede (1521) die hierbij staat afgebeeld.
Slechts één voorbeeld is ons bekend van een boek dat werkelijk werd opgegeten en wel door de auteur zelve. Ook hier betreft het een straf.
Theodore Reinking publiceerde in 1644 zijn boek Dania ad exteros de perfidia Suecorum, een politiek-historische verhandeling waarin hij over de vergane glorie van zijn vaderland Denemarken schreef en onvriendelijk deed tegen de bezetters van zijn land, de Zweden. Hij viel in ongenade en werd door de Zweden in het gevang geworpen. Hij zou daaruit slechts buitentreden, zo verzekerden de autoriteiten hem, zonder hoofd, tenzij hij erin toestemde zijn eigen boek op te eten.
Lang dacht Reinking over deze vreemde keuze na en tenslotte koos hij voor het diner van papier, perkament en inkt. Hij at zijn boek, maar niet nadat hij het zo lang gekookt had dat het versmolten was tot een dikke, papperige substantie.