Het patroon van de muts
sjouk hoitsma
SCHAAL 1:14
A - Hoofdband
B - Voorhoofdspunt, doorlopend in bovenmutsdeel
C - Achtermutsdeel (2x knippen)
D - Kinbanden (2x knippen)
Stofadvies:
A - Fluweel of bont
B + C- Vilt of fluweel
D - Dun linnen of katoen
Afkortingen:
DR = draadrichting
MV = midden voor
MA = midden achter
VL = vouwlijn
SV = stofvouw
Aanwijzingen: Zorg er steeds voor dat de punten met hetzelfde nummer, tegen elkaar komen te liggen. DE stippellijn op de hoofdband oftewel patroondeel A, geeft de lijn aan waarlangs de delen B en C aan de binnenkant van de hoofdband bevestigd worden. De stippellijn op de patroondelen B en C geeft de lijn aan, waar de bovenkant van de hoofdband komt te lopen. Als alle delen in elkaar gezet zijn, zit er aan de voorzijde van de muts een soort brede lus. Met wat vouwwerk naar eigen in zicht is hier een voorhoofdspunt mee te construeren. Let op: daar waar bij een lijn in het patroon SV vermeld word, het patroondeel met deze lijn tegen de stofvouw leggen (geen zoomlengte reserveren!). De stof ligt dus dubbel onder het patroondeel.
Een vrije vertaling van een hoofddeksel zoals dat ten tijde van de vroege Renaissance in Italië gedragen werd.