Dante en Beatrice
frans van dooren
De dood van een geliefde is altijd een belangrijke bron van poëtische inspiratie geweest. Dat blijkt uit het feit dat er in alle landen, tijden en culturen dichters te vinden zijn die vaak zeer ontroerende verzen aan dat thema hebben gewijd. Een van de bekendste voorbeelden daarvan is wel Dante: het heengaan van Beatrice vormde voor hem niet alleen de rechtstreekse aanleiding tot het schrijven van de Vita Nuova, maar lag ook, zij het in een veel wijder perspectief, ten grondslag aan de Divina Commedia.
Dante's Vita Nuova, waaruit de hierbij vertaalde canzone stamt, ontstond enkele jaren na de dood van Beatrice, waarschijnlijk in 1293. Het boek, dat nog geen honderd pagina's telt, bestaat uit een dertigtal gedichten, die door een prozatekst met elkaar verbonden zijn. Het centrale - en in feite enige - thema van het werk is Dante's liefde voor Beatrice. De beschrijving van die liefde is arm aan uiterlijke gebeurtenissen en concentreert zich volledig op de innerlijke ontwikkeling van de hoofdpersoon, dat wil zeggen van Dante zelf. De Vita Nuova is dan ook vóór alles de literaire expressie van een geestelijke ervaring.
Door dit stempel van spiritualiteit lijkt het boek zich aan de tastbare realiteit te onttrekken en er als het ware van weg te zweven. Alles wat erin voorkomt is ijl, onbestemd en versluierd. Het is alsof men al lezend naar een schilderij kijkt waarop nevelige pasteltinten in een teer sfumato in elkaar overvloeien. De tijdsaanduidingen zijn veelal omschrijvend, en de gebeurtenissen spelen zich af in een niet nader aangeduide stad aan een niet nader aangeduide rivier. Deze vaagheid wordt nog geaccentueerd door de aanwezigheid van voorgevoelens, dromen en visioenen die het verhaal in een mysterieus en bijna etherisch licht hullen. En ook de frequente toepassing van getallenmystiek en woord-etymologie draagt bij aan de raadselachtigheid die voor het boek kenmerkend is.
Toch brengt de schrijver zijn emoties zo doorleefd onder woorden dat men aan de authenticiteit ervan niet hoeft te twijfelen. De Vita Nuova kan dan ook, afgezien van een zekere mate van condensering en sublimatie, rustig als een autobiografisch document worden gekenschetst. Dit autobiografische strekt zich ook uit tot de rol van Beatrice. De vraag of zij als een symbolische inventie of als een