| |
| |
| |
Stefan Hertmans
Religie van de sleutels
6 (Aan Paul Valéry)
Men had de Cahiers misschien naast hem
in de grafkuil moeten leggen;
een kist of twee had wel volstaan.
Wellicht had hij, zo onder sprekende
aarde liggend, de Cantor van de
Thomaskirche een en ander kunnen
voorlezen, al was het maar om
het hijgen van die stervende
verraden geliefde te vergeten, -
waarover hij zweeg als een treurwilg
bij vlak water. Het minste zuchtje
wind was al voldoende voor een
eindeloos geritsel zonder woorden,
dat toch verwarrend veel op
Witte schriften, blauwe schriften.
Een adem die zich, door een
onverdiende schuld, voor altijd
wil bevrijden uit de kelders
van het ongedachte - dat alles
met elke gooi naar onbestaande ogen
die begrepen wat moest komen:
een oude droom van mogelijkheden
zonder einde, nederlaag voor de
archivaris van de geest, die
daarin triomfeert dat hij
Uit ‘Muziek voor de overtocht’, cyclus II: ‘Religie van de sleutels’ (1994).
| |
| |
| |
Religion des clés
6 (A Paul Valéry)
Peut-être aurait-on dû poser les Cahiers
à côté de lui dans la tombe;
une caisse ou deux auraient suffi.
Probablement aurait-il pu,
gisant ainsi sous la terre parlante,
lire des choses au maître de chapelle
de l'église Saint-Thomas, ne fût-ce que pour
oublier le halètement de cette
amante trahie mourante, -
sur lequel il gardait le silence tel un saule pleureur
au bord de l'eau étale. Le moindre frisson
de vent suffisait déjà pour un
bruissement infini sans paroles,
Cahiers blancs, cahiers bleus.
Années et cheveux blancs.
Un souffle qui, pour cause de
faute imméritée, veut à jamais
qu'il gardait par-devers lui,
avec chaque appel à des yeux inexistants
qui comprenaient ce qui était à venir:
un ancien rêve de potentialités
l'archiviste de l'esprit, qui
triomphe parce qu'il a fini
Traduit du néerlandais par Willy Devos.
| |
| |
| |
Stefan Hertmans
Late vormen
Alleen die ene wolk zagen wij,
in niets ook maar aan iets anders ooit gelijk,
boven de heuvel als een trechter plots verschijnen
navelstrengroze en dieppaars, dooraderd en hol,
een vat vol avondwind en dreiging,
misschien wel kilometers wijd,
een reusachtige oester drijvend in de tijd.
Kon ik de plek van op zo'n afstand zien
waarop jij en ik, jaren terug, verstrengeld
lagen op een houten bank, in voorjaarswind
en schel wit licht, waaiend jong blad,
grillige vormen, een bospad dat
blind leidt naar een gezicht;
misschien dat ik die wolk
had kunnen zien verschijnen;
want niets verraadt een oude kracht
zo zeer als zwijgen en verdwijnen.
Uit ‘Annunicaties’ (1997).
| |
| |
| |
Formes tardives
Nous vîmes cet unique nuage seulement,
en rien jamais à autre chose pareil,
tel un entonnoir surgir au-dessus de la colline,
rose nombril et pourpre, veiné et creux,
fût chargé de vent vespéral et de menace,
large peut-être de plusieurs kilomètres,
huître gigantesque flottant dans le temps.
Si je pouvais voir à cette distance l'endroit
où toi et moi, il y a des années, nous nous trouvions
enlacés sur un banc de bois, dans le vent printanier
et la lumière blanche éclatante, jeune feuille volante,
formes capricieuses, un sentier forestier qui
aveuglément conduit vers un visage;
j'aurais pu voir un instant
car rien ne trahit autant une force ancienne
que de se taire et de disparaître.
Traduit du néerlandais par Willy Devos.
|
|