Septentrion. Jaargang 20(1991)– [tijdschrift] Septentrion– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Anton Korteweg Herrlich weit Reeds werd ik voor de Rotary gevraagd, waar ik het zelf wel naar gemaakt heb, want ik heb het herrlich weit gebracht en ondanks dat nog iets jongensachtigs behouden. Mijn vrouw werd in die jaren nauwelijks wat ouder, eigenlijk, kleedt zich nog steeds eenvoudig maar met smaak en maakt 's avonds textielschilderijen. Onze kinderen noemen wij grut, het zijn precies één jongen en één meisje, zij zijn steeds het zonnetje in huis en wekken bij vrienden afgunst of vertedering. Als dit zo doorgaat houd ik het niet tegen dat 'k eens met vochtig oog 'n stuk triplex afzaag en daarin met een gloeiende breinaald brand: ‘Waar Liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen.’ Uit ‘Tussen twee suften’ (1982). Délicieusement loin Déjà sollicité par le Rotary, ayant fait ce qu'il fallait, car je suis allé délicieusement loin dans la carrière en gardant ce brin d'adolescence. En ces années ma femme vieillissait à peine, de fait, s'habille toujours avec simplicité, mais avec goût et le soir elle fait de la peinture sur soie. Nos enfants nous les appelons mômes, exactement il s'agit d'un garçon et d'une fille, ils sont toujours le soleil du foyer et suscitent attendrissement et jalousie auprès des amis. Si cela continue ainsi je ne pourrai m'empêcher de scier une planchette, l'oeil humide, et d'y graver avec une aiguille à tricoter chauffée à blanc: ‘Là où l'amour demeure le Seigneur mande sa bénédiction’. Traduit du néerlandais par Frans de Haes. Vorige Volgende