Septentrion. Jaargang 19(1990)– [tijdschrift] Septentrion– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Geert van Istendael Natures mortes En groene kool is een gebeurtenis, een rog een lijk, een perzik open wonde. Hij maakte de gaven Gods te schande. Dit leeft niet in stilte. Het schreeuwt een rauw gebod: verafgood kleur. De felheid van de kleuren is Gods glanzend aanschijn. Duisternis is zonde. Tomaat, rabarber, bokking, het aanbidt goud, purper, rood: een goddelijk genot. Uit ‘Plattegronden’ (1987). Natures mortes Un chou vert est événement, une raie, cadavre, une pêche, blessure ouverte. Il fait honte aux bienfaits de Dieu. Natures mortes mais sans tranquillité, hurlant des ordres rauques: adore la couleur. La violence des couleurs est de Dieu la resplendissante apparition. Les ténèbres, péché. Rhubarbe, hareng, tomates idolâtrent l'or, le pourpre et le rouge: un délice divin. Traduit du néerlandais par Liliane Wouters. Vorige Volgende