De Schiedamse jeneverstoker
(ca. 1737)–Anoniem Schiedamse jeneverstoker, De– Auteursrechtvrij
[pagina 27]
| |
Vois: Daar was een Meisje jong van jaren.Wat droefheit groot komt myn genaken!
Myn Bruyt myn Lief heeft myn verlaten:
En weggerukt al door de dood,
Ik ben in droefheit en ellenden,
Waar ik my keeren ofte wenden,
Zit ik nu in zo groote nood
Doen ik met myn Lief zou trouwe,
En gaan paren tot myn Vrouwe:
Doe kreeg zy een flaauwte groot,
En stierf daar den dood met rouwen,
Daar ik zo even mee wou trouwen,
O Goden helpt my uit de nood.
Waar zal ik nu myn droefheit klagen,
Ik agt geen vrienden of geen magen,
Ik moet dragen myn ellend:
Myn schoonste, waarde, uitverkoren,
Myn tweede ziel voor myn geboren,
Is door de dood van myn gewent.
O wreede dood wilt myn verslinde!
En my halen by myn beminde,
Op dat ik door de felle dood:
Al by myn Bruit in ‘t graf mag dalen;
Dan zyn genezen al myn qualen,
Want ik ben in droefheit groot
Daar leit de schoonste van de Weerelt,
Zo ryk, zo edel, zo bepeerelt,
| |
[pagina 28]
| |
Die my uit liefde haar trouwe gaf:
Zy gaf uit liefde [...] haar trouwen,
En dat breng [...],
Adieu ik [...] graf.
Ik zal myn zelven gaan verslinde,
Om dat ik by myn welbeminde:
Mag komen in des Hemels Zaal,
En dat ik daar mag bruiloft houwe:
Daar boven met myn waarde vrouwe,
Dan is genezen al myn quaal.
Og jonkheit ziet wilt hier op letten,
Hoe dat de dood haar komt verpletten,
Myn schoonste pant, myn tweede ziel,
Komt dan wreede dood zo felle:
En helpt my uit het gequelle,
Daar ik nu vol droefheit leef.
Laat dit voor u exempel wezen,
Voor alle Minnaars daar geprezen,
Die gaat vryen in eer en deugd:
Die dan trouwen met haar beminde,
Bid dat de dood haar niet verslinde,’t
Maar dat gy leven meugt in vreugt.
Ik ga nu dolen uit den Landen,
Geen vrouw zo schoon aan geen waranden,
Die my al in de Werelt ziet
Dar kan bekoren zo lang als ik leven:
En hier in myn armen geven,
Maar ik ga dolen in myn verdriet.
Adieu dan vrienden ende maagden,
En alle die daar na my vraagden,
Ik scheiden nu van u te zaam,
Adieu dan Vader ende Moeder:
Adieu myn Lief, myn Zielsbehoeder,
Ik dolen ver hier nu van daan.
|
|