Salon des variétés
(ca. 1880)–Anoniem Salon des Variétés– Auteursrechtvrij48 der meest geliefkoosde coupletten en comique scènes
[pagina 66]
| |
Zoodra men een stap in 't leven zet,
Zingt men al reeds een chansonnet.
't Wicht kan in La een keel opzetten,
En kraait gedurig bis-coupletten. (bis.)
De jonkman en het maagdelijn,
Zij kussen in den maneschijn;
En bij het afscheid schenkt Annetje,
Haar vrijer nog een bis-coupletje. (bis.)
De jonge bruidegom en bruid,
Is 't wittebrood nog geen beschuit,
Zij houden ook van een verzetje,
En zingen menig bis-coupletje. (bis.)
Mijn buur een arme schildersknecht,
Met zeven kinderen reeds in d' echt,
Klaagt steen en been, dat hem zijn Betje
Schonk nog een achtste bis-coupletje. (bis.)
Een enkel slokje kan geen kwaad,
Maar al te veel brengt buiten maat,
Hierbij vooral is op te letten,
Op 't schaad'lijke der bis-coupletten. (bis.)
Er dongen in het Volkspaleis,
Vier ton hier om den hoogsten prijs.
Thans voor één pop ziet men z' afzetten.
Het duurt te lang met bis-coupletten. (bis.)
't Ging met een winkelier niet goed,
Maar na zijn vierde bankeroet,
Ziet men hem een paleis opzetten,
Het is gebouwd van bis-coupletten. (bis.)
't Gaat met de paardenslachterij,
Niet meer zoo geanimeerd, dunkt mij,
'k Hoor dat die beesten zich verzetten,
Zij houden niet van bis-coupletten. (bis.)
Een meisje eerst onschuldig blij,
Deed slechts een kleinen stap ter zij;
Thans voert z' een staat naar d' etiquette
En leeft gestaag van bis-coupletten. (bis.)
Hoe vraagt gij nog een bis van mij,
Dat vindt ik wel een weinig vrij,
Ik zong, gelieft er op te letten,
U anders niet dan bis-coupletten. (bis.)
Mr. C.F.S.
|
|