onder no. 374. De beide handschriften O. en C. bleven Homeijer onbekend en bevinden zich in mijn bezit. Over deze en de andere gaf ik reeds bericht in de verhandeling over den Saksenspiegel in ons vaderland, in het Rechtsgel. Magazijn, 1888 bl. 45 en v.
Daar de opschriften boven de artikels van de afschrijvers afkomstig zijn, omdat de oorspronkelijke Saksenspiegel die niet had, zoo heb ik mij tevreden gesteld, die te geven zoo als zij in handschrift A. voorkomen, zonder daarbij ook die telkens uit B. en W., die er betrekkelijk weinig van verschillen, en die uit C., die geheel anders zijn, op te geven, daar zij voor het verstand van den tekst geheel waardeloos zijn. Zij leeren ons alleen dat de schrijver van C. of liever zijn voorganger den tekst beter verstond dan de andere afschrijvers.
Eene vergelijking met den oorspronkelijken tekst van dit rechtsboek zal aanwijzen, dat het reeds, om tot den vorm te komen, waarin het nu voor ons ligt, onderscheiden stadien had doorloopen. B.v. de laatste zin van art. 2 luidde wel eerst, als in het oorspronkelijke: ‘Daerom sien si hem daer voer alle die, dien gerechte van Gods halven bevolen si, dat si also rechten als Gods toren ende syn gherichte ghenadichlyc over hem vergaen moeten.’ Daaruit ontstonden de lezingen nu in A. en C. uitgedrukt, en dergelijke voorbeelden zouden er meerdere kunnen aangewezen worden. Daarom scheen het echter niet noodig telkens op het verschil met den oorspronkelijken tekst te wijzen. Dit zou den omvang der aanteekeningen aanmerkelijk hebben vermeerderd, terwijl die tekst toch zoo algemeen bekend is dat hij die belang in de vergelijking stelt, daartoe gemakkelijk in de gelegenheid is. De aanwijzing bij ieder artikel van de daarmede overeenkomende algemeen aangenomen artikelen in Homeijer's uitgaven scheen hiervoor voldoende. Door vergelijking zal dan ook meer dan eene plaats, die hier misschien nog duister is gebleven, meer helder worden. Zou men evenwel dit telkens hebben aangewezen, het gevaar lag voor de hand dat men een kritische commentaar op den tekst zou moeten leveren, die hier toch niet op zijne plaats zou zijn geweest, waar het gold den Saksenspiegel, zoo als hij in dezen vorm, in ons vaderland eenmaal gangbaar was, bekend te maken.
Een belangrijk onderzoek zal het nu zijn in hoever sporen te ontdekken zijn van het gebruik van dit rechtsboek in onze