gestalten. De professor merkte het niet. Toen kwamen ze in de slechtgevulde spreekzaal.
‘Er zijn er niet veel aanwezig om mij te horen, begon hij, die zonder winst bejag tot u kom om u de stem van de zuivere rede, die zich onder uw Noorder broeders ontwikkeld heeft, te laten vernemen. Zijn de mensen bang voor ijdel gepraat of vrezen ze dat mijn woord voor hen te zwaar zal zijn om dragen? Ik zal nochtans spreken over werkelikheden. ‘Das objekt der Philosophie, zei Schelling, ist die wirkliche Welt’.
Sprekend over werkelikheden zal ik u verheffen uit de blinde sleur van planteleven. Want dit is juist het mirakel in de alledaagsheid van de werkelikheid, dat sprekende in onzuiverheden, sprekende ook in geen wereld van Nergenshuizen, maar over dingen die alle mensen kunnen meebeleven, wij toch kunnen opleven tot de gedachte van een begrip, waar alles in is opgelost, waar alles in is vervat wat men in het leven, ik zal maar zeggen aan schoonheid, heiliging en wijsheid ooit of te nimmer kan hebben nagejaagd.
Weest realisten, zo zuiver als men kan verlangen, maar nooit zonder u bewust te blijven, dat een bepaaldheid zonder meer niet het ware is en dat ook de realiteit zich heeft te verheffen tot idealiteit van de alom tegenwoordige en eeuwig geldende Idéé, zal zij komen tot waarheid...’
Jan dacht hier aan de realiteiten van zijn land, die hij tot de idealiteit van zijn nationalistiese verzuchtingen wou verheffen. Wel besefte hij onmiddelik dat Professor Landau geen daadwerkelike hervorming bedoelde, maar er was een duidelik verband.
Het begrippenspel kwam als een stortvloed over hem. Hij voelde zijn aandacht mechanies gespannen worden tot ze zo wijd was als het wijd heelal. Dat was geen moeizaam boren in een harde korst van empirie. Dat was een breder worden van de eigen geest, een doorzichtig zijn van alle dingen.
Hij mocht de zin ontdekken van het oordeel, dat niet onderwerp is en niet gezegde, niet verscheidenheid zonder samenvatting van het gedachte weer tot en in eenheid.
Hij voelde een metamorfoze van alle dingen, en hoe hij zelf tegen alle leed gesterkt werd met een hervonden geloof, bewustzijn van redelik verband met alle dingen. De redenaar liet hem zien hoe naar het woord van Heraklitus de mensen