Ruimte. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Ruimte– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Uit: de zee I De zee is de ronk der schelp, de gonzende snaar des levens, de zang van God. Psalm van eeuw en tijd onder den wierook der wolken en het gedurig offer der baren op het autaar van duin en strand. o mijn God, o mijn God, gij bonst op de gong der zee, de gonzende gong, uw Hart, mijn hart. o die cymbaal des levens. De duinen zijn in gebed. Het orgel der zee. II De zee ruischt metalliek achter het beangstigde helm; de schuim-franje heet en ziek; geel als jasmijn; geel als etter: de schuim-lijn. Dit is de koorts der zee. En de heete huiver ril in de kim: groene waan-zin, Aphrodite's gele lach, de gekke staart-stuip van dolfijn en sireen; [pagina 80] [p. 80] o, de gansche kim is wit-tin en gal-groen de zee. En gansch de zee glim- mend koorts-zweet scheen tot in de verschroeiende kim. De zee ruischt metalliek. De zee is ziek. III Langs elk volk, langs elk land de zee brandt in wit schuim-vuur; langs alle stranden de zeeën branden zonder duur; op duinen en rotsen God's zeeën klotsen de eeuwige baar; de schuim-guirlanden rond de wereld, branden zwaar. IV De vuurtoren laat geen geluid hooren: hij is stil in het gonzend duin; Hij is de harde wacht - er over het bochtige zand, over de loensche zee die ziedt langs den rand van Holland. Maar het is oude storm-nacht. [pagina 81] [p. 81] O, zijn wit oog van onrust, wit, wit, wit licht, dan open, dan dicht, als een verre vlam flikkerlicht. Langs de randen der wolken rent het vuur: het schuim elektrisch in de rookende kim. o Vuur dat vlucht langs den zwaren muur; o vuur dat vliegt langs de rookende lucht; o wit oog van onrust over de brandende zee; o vuurtoren met uw groot oog, dan open, dan dicht, vol wit-schrikkelijk licht. Zoute Knocke Karel VAN DEN OEVER Vorige Volgende