Ruimte. Jaargang 1(1920)– [tijdschrift] Ruimte– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De merel Roep je daarom zie-zie-zie-zie, zwarte merel, nu de late kreupele dwergvrucht valt van de perelaar? Zet maar gerust een hoge borst op voor de mussen, je komperen, die hebben al lang het leuke sukses van je rukken en plukken verstaan. Deuk nou maar holderdebolder het mosgroene dak van de made en schud maar geducht Jan Rut, die suffige blekerd, door mekaar; spaar maar je spitshamer niet van 'n snokkige snavel: je bonken en bonzen ziet de snuggerd voor kloppen aan... Zou sloffig schuivend door zijn huisschacht Jan Pantoffel naderen? ‘Zie-zie-zie-zie!’ - Gitten nikker, klinkt alvast je vermaan om te zeggen: let er 'ns op asjeblieft hoe ik dit zal klaren, komt-ie met z'n platte tronie in z'n deurgat staan! Vorige Volgende