Roeping. Jaargang 36(1960-1961)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 506] [p. 506] Riek van Elburg Onweer I De bliksem zet torens en huizen in het felle licht van een neonreclame ramen wijd open de lauwe regen op mijn handen breekt de spanning. Ik word aarde en water ik zou zacht neer willen regenen een wildbloeiende waterplant worden. Geen hemel kan de zegen geven van deze zomerse regen. II De donder rijdt langzaam weg over een ijzeren brug. De regen praat tevreden kalm en troostend straatlantaarns gaan aarzelend branden een kind rent kwetterend de regen in de huizen gaan verlangend open oude geluiden worden hervonden mannen op de stoep praten zacht na over de bui. [pagina 507] [p. 507] Lezend het kleine licht ziet alleen de heldere bladen grenst ze af, de muren achteloos strelend met vaag overtollig schijnsel. de woorden op het blanke papier sluiten een verbond en houden hun adem in. ze zijn te luid om deze warme stilte stem te geven. Vorige Volgende