[Roeping 1959]
[Nummer 1]
Paul Haimon
Pinkster-koor
omdat zij weer vrij zijn, onze broeders, geliefden,
Schepper van hemel en aarde, en van
de zee die beweegt en de dingen
die stil blijven de dingen maar vol zijn van U,
Gij hebt alles gemaakt, al wat er is,
en ons en hen, en onze vijanden ook,
die wij prijzen en liefhebben
als gij ons helpt, geloofd zijt gij, Heer.
Gij zijt geweest onder ons en gij zijt
er nog, nog altijd, en morgen legt gij
de hand op ons, de hand op het brood dat gij breekt,
de hand aan de ploeg in uw land,
Gij waart hier en gij gingt weg,
een wolk, een licht, een hemel,
de hemel werd hemel voor de eerste keer,
voor de eerste keer zagen wij de hemel vervuld
De hemel was bij ons en gij waart het,
wij wisten, voelden en leefden het, liefde
geloofd zijt gij, Liefde onze Heer.
Gij hebt gesproken en gij hebt gezegd,
en David zei het uit uw naam, de koning:
waarom en waarom en waarom
waarom doen vorsten en koningen dom.
Waarom het razen der volken en van
de naties de grootspraak, de bluf?
Waarom de koningen der aarde, de vorsten.
| |
zijn zij niet één volk, maar duizend,
duizend begrippen die niet begrijpen,
duizend tekens aan de wand van de wereld,
duizend keer Pilatus Herodes
o, de heidenen grijpen u aan.
Had uw hand het maar niet geschreven,
hadt gij het niet vooruit al beschikt,
hadt gij hen stil in de ogen gekeken,
hadt gij hen gestraft met een enkele blik,
blik en bliksem van uw schroeivuur, liefde.
Nu dan, Heer, houd hun dreiging
en verleen uw dienaars dat zij nog spreken,
van U ons spreken, ons zingen, uw teken
breken over onze monden, Liefde,
hun zielen nog ademen de wonden dicht.
|
|