G. Leopardi
Gesprek tussen een almanakkenventer en een voorbijganger
Almanakken, nieuwe almanakken; nieuwe kalenders. Wilt u almanakken meneer?
Almanakken voor het nieuwe jaar?
Gelooft u dat het nieuwe jaar gelukkig zal zijn?
Zoals het jaar dáár voor?
Gelukkiger meneer, gelukkiger.
Maar vergeleken bij een jaar eerder? Zou u niet willen dat het nieuwe jaar gelijk was aan een van de laatste jaren?
Nee meneer, dat zou ik niet graag hebben.
Hoeveel nieuwe jaren zijn er al voorbijgegaan sedert u almanakken verkoopt?
Ik denk een jaar of twintig, meneer.
Op welk van die twintig jaar zou u willen dat het nieuwe jaar geleek?
Ik? Ik zou het niet weten.
Herinnert u zich geen bepaald jaar dat u gelukkig zou willen noemen?
En toch is het leven een mooi iets, niet waar?
Zou u niet terug willen om die twintig jaar opnieuw te leven, en trouwens al de voorbije jaren, vanaf het moment dat u geboren bent?
Mijn beste meneer, als God maar eens wilde dat zoiets mogelijk was.
Maar als u dan het leven moest overdoen dat achter u ligt, precies eender, met al het genoegen en ongenoegen dat u gekend heeft?
Maar welk leven zou u dan wél willen overdoen? Het leven dat ik achter de rug heb, of dat van de prins, of van iemand an-