Noud van den Eerenbeemt
Maria Georgina Santestevan
HEB je de krant uit? Gaan we nu wandelen?’ vroeg zijn vrouw. Hij knikte. Zij stond op en liep voor hem uit. Het was koel in de hal van het hotel.
‘Heb je je scheepsberichten gelezen?’ vroeg zij, ‘Ook je scheepsberichten?’
‘Jazeker,’ zei hij en dacht aan schepen, die ‘Daphnis’ en ‘Macona’ en ‘State of Liberty’ heetten en rond de wereld voeren - naar Bombay en Barbados en Trinidad en de Ivoorkust.
‘Het blijft maar mooi weer,’ zei zijn vrouw.
‘Jazeker,’ zei de man. Zij liepen het hotel uit en hij keek om zich heen, naar gezichten van onbekenden, naar winkels en auto's en trams, naar de wereld op een dag in de zomer.
Het ontbijt was goed,’ zei zijn vrouw.
‘O, ja,’ zei hij, ‘Het is een goed hotel.’ Het was warm, veel warmer dan in Bombay, Barados en Trinidad, nog warmer dan aan de Ivoorkust. Een jongen en een meisje stonden in de schaduw van donkere bomen en leunden tegen een brugleuning en keken uit over het water. Het meisje had haar schoenen uitgetrokken en stond op blote voeten, koele voeten naast de jongen en sloeg haar haar armen om hem heen.
‘Het wordt warm vandaag,’ zei zijn vrouw. Zij stak haar arm door de zijne en hij knikte en dacht aan schepen, die rond de aarde voeren en aan al de dagen, die voorbij waren en aan al de dagen, die nog komen zouden - Zondagen, werkdagen, vacantiedagen, grijze dagen.
‘Morgen ben je jarig,’ zei zijn vrouw. Ze keek hem aan en lachte en zei: ‘Je wordt nu vijf-en-veertig, hè?’
‘Vijf-en-veertig,’ zei hij.
‘Vijf-en-veertig,’ zei ze, ‘Waar blijft de tijd. Weet je nog toen we trouwden?’
‘Ja,’ zei hij, ‘Dat is al twintig jaar geleden.’
‘Een-en-twintig jaar,’ zei zijn vrouw, ‘straks moet je een foto van me maken... Of nee, doe het nu maar... hier bij dit beeld. Is dat niet leuk voor later?’
Hij glimlachte en wees hoe zij moest staan en maakte de foto. Zij liepen verder en zijn vrouw zei, dat het nu zo warm was, zo warm en zo benauwd en konden zij niet ergens iets gaan drinken?
‘Wat wil je drinken?’ vroeg hij. O, alles was goed als het maar fris was. Hij bracht haar naar een terrasje en daar gingen zij zitten en keken naar auto's en mensen, die voorbijkwamen. Een non ging een telefooncel binnen.