Roeping. Jaargang 30(1954-1955)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 453] [p. 453] Nico Verhoeven De gouden bloem Uit de grond van het verlangen en het water helder water en het vuur van zekerheden en de luchtbel der ontzetting [o mijn gouden vierlingswereld] werd geboren niemands kind en wij noemden het bij name heliant omdat de zon in de nacht van zijn geboorte van de winter zomer maakte [o mijn gouden vierlingswereld] elke dag een dag der dagen. wij die wemelen van sterren tussen zon en moedermaagd tussen zoon en maangestalte in een schoot van niet te stelpen [o mijn gouden vierlingswereld] onderhemels bovenaardse aarde van nature zijn wij maar daarboven zijn wij rozen en daarbinnen zijn wij heimwee en daarachter zijn wij niemand [o mijn gouden vierlingswereld] in de blauwe tuil van u: die gegroet zijt als de liefste die gegroet zijt als de mooiste die gegroet zijt als de bloeiwijs van het wonder dat wij leven [o mijn gouden vierlingswereld] in de wereld van het kind. Vorige Volgende