Roeping. Jaargang 30(1954-1955)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Frans Babylon C'est la vie... Voor Jan van Gemert. Wat weet ik van mijn vrouw's intiemste vrezen des nachts wanneer zij bloot en wakker ligt en tracht te lachen met haar wrang gezicht? Die moede engel met gebroken vleugels. Des morgens snijdt zij met gekorven handen het roggebrood tot sneden zonnelicht: het schoonste ritueel dat zij verricht voor mij en onze kind'ren, goede moeder. Haar vragen over centen, gas en kolen steeds op dezelfde klagelijke toon - versleten platen van een gramofoon - verplichten mij tot gekke bokkesprongen. Gekooid in kamers met bekraste wanden van leegheid gooit zij somtijds kopjes stuk, maar ruimt die als de scherven van geluk gauw bij elkaar, met tranen in de ogen. Uit de bundel ‘BEZONKEN KEUZE’ die verschijnt bij uitgeverij ‘Helmond’. Vorige Volgende