Pierre Reverdy aan Jan van Spaendonck
Fragment van een brief aan J.v.S.
De dichter Pierre Reverdy zal geen ‘herdenkingsartikel’ aan Max Jacob gaan wijden. In een brief aan de heer J. van Spaendonck zet hij de redenen voor zijn principiële weigering uiteen, hij gaat er mee accoord die te publiceren. Krachtens laat ons zeggen het absurde is hij in dit Max-Jacobnummer wel op zijn plaats. Een twijfelende glosse die de tekst meer kracht geeft.
MAAR wat hem aangaat -
Het wil mij voorkomen dat een jong, toekomstig schrijver, wanneer hij uittrekt om roem te verwerven - en, daar komt het tenslotte op neer - zich wel tweemaal zou bedenken alvorens de sprong in het duister te wagen, als hij wist dat de losprijs ervan op de eerste plaats is dat hij niet meer kan ontkomen aan andersmans nieuwsgierigheid, miskenning, onbegrip en kwaadwillendheid, die hij eerder zal ontmoeten dan liefde en bewondering. Met Max Jacob en zijn werk gaat het, zal het nog lang en misschien wel altijd gaan als met zoveel anderen - met aldegenen waarvan wezen en werk op zijn minst een halve eeuw eisen en verdienen om beoordeeld te kunnen worden, niet op een juistere of meer rechtvaardige wijze, maar in het geheel eigen licht dat hun werk uitstraalt en dat het voortaan steeds doet schitteren boven het heden.
Wee degenen die tijdens hun leven alteveel recht is wedervaren - als zij daarna in vergetelheid geraken, wie zal dan komen volhouden dat er een onrechtvaardigheid wordt bedreven? Ik voel mij geenszins aangewezen om van boven of van onder af een oordeel uit te spreken over levenden noch doden. Max Jacob was een van mijn oudste en beste vrienden. Deze vurige vriendschap voor hem houd ik in mijn hart besloten. Bijna niets wat tot nu toe over hem geschreven werd of het bedroeft me. Ik ben er zeker van dat dit later volkomen anders zal zijn - wanneer leven en werk geplaatst zullen zijn in het vlak van dezelfde legende. En ik benijd degenen die dan zijn werken kunnen lezen, want het licht van de ware roem welke zij verdienen zal over hen vallen.
[De dichter heeft het te druk. Hij stuurt de enkele regels die hem spontaan invallen:] omdat u deze tiende verjaardag gedenkt, die niet de enige dag is waarop ik met zoveel treurigheid terugdenk aan mijn oude vriend, op zo een tragische wijze heengegaan.