Roeping. Jaargang 29(1953)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 330] [p. 330] Gabriel Smit Romeo's laatste monoloog William Shakespeare paris O, 'k ben getroffen. Als je meelij hebt, Open het graf, leg me naast Julia. romeo Ja, op mijn woord! Nu moet ik zijn gezicht zien. Mercutio's neef, de edele graaf Paris! Wat zei mijn dienaar toch onder het rijden? 'k Was te bedroefd om goed te luisteren. Dat Paris Julia had zullen trouwen? Wat dat het wat hij zei? Of droom ik dat? Of ben ik gek? denk ik dat maar omdat Hij over Julia sprak? - Geef me je hand; Jij stond met mij in 't boek van ongeluk. Ik zal je in 't graf van de overwinning leggen. Een graf? Neen, neen, een lichtgewelf, mijn jongen. Want hier rust Julia, en haar schoonheid maakt Van dit gewelf een zaal, een feest van licht. Dode, een dode legt je in de aarde. Hoe vaak zijn mensen vlak voordat ze sterven Nog vrolijk. En die wakend bij hen zaten Zeiden: het was een lichtstraal vóór de dood. Is dit mijn lichtstraal? O, mijn lieveling, De dood zoog 't honingzoete uit je adem, Maar voor jouw schoonheid bleef hij machteloos: Jij bent niet overmeesterd; op jouw lippen En wangen ligt de rode vaan der schoonheid, De vale doodsvlag kreeg er nog geen kans. - Tybalt, ben jij dat in 't bebloede laken? Kan ik je nu een groter gunst bewijzen Dan met de hand die jou je jeugd ontnam De jeugd te ontnemen aan je vroegere vijand? Vergeef me, neef. - O, lieve Julia, [pagina 331] [p. 331] Waarom ben jij nu nog zo mooi? Moet ik Geloven dat de lichaamloze dood Verliefd is: dat dat schriel, afschuwelijk monster Jou hier in 't donker tot zijn minnares heeft? Uit angst daarvoor wil ik hier bij je blijven, En nooit uit dit paleis van donkere nacht Meer weggaan; hier, hier wil ik altijd blijven, Met wormen die je kameniersters zijn; Hier spreid ik mij het bed van eeuwige rust En schud het juk van ongunst van mij af, Want 'k ben de wereld moe; mijn ogen, kijkt Voor 't laatst; armen, omhelst voor 't laatst, en lippen, Poorten van de adem, zegelt met een kus De koop voor eeuwig met de inhalige dood. Kom, wrede leidsman, walgelijke gids! Mijn wanhoopsstuurman, stuur het zeeziek schip Nu recht op de verbrijzelende rotsen. Mijn liefste, op jou! Je loog niet, apotheker, Je gif werkt snel! - Zo sterf ik met een kus. Vert. michel van der plas Vorige Volgende