Roeping. Jaargang 25

(1948)– [tijdschrift] Roeping– rechtenstatus



[pagina 424]
Hans Berghuis Mijn broer Toen in de herfst het zingen der granaten concerten in majeur ten beste gaf en alle vogels zwegen als het graf omdat mineur beter dan uitgelaten accoorden had gepast in de verlaten straten waar krijgsgevangenen zó dof starend soms nog voorbijmarcheerden alsof dat trage stappen nooit meer af zou laten, toen speelde voor de laatste maal mijn broer zoals een kleine jongen spelen kan die leven nog slechts als een spel ervoer en verder niet dan vreugd of schoolstraf kwam... scherven heeft God op speurtocht uitgezonden: ‘haal hem’, en zij, zij hebben hem gevonden.

[pagina 425]
Hans Berghuis Divertimento Het tuinhuis was doodstil, alleen verweet een hert van elpenbeen mijn ogen, dat zij naar jou zagen en stelde hun jaloerse vragen. lichtsplinters stonden in je glas, dat ik gevuld had met bourgogne, en ik begreep maar niet waarom je las in het boek waarin je las. moest je brevieren als de nonnen, die psalmen zingen in het koor? ik had gedacht, dat je slechts voor mij in het tuinhuis zat te zonnen. toen sprong een glimlach in je open en rees snel naar het ogenblauw, ik wist dat je gracielijk zou in 't vruchtensap je lippen dopen.