| |
| |
| |
Mathias Kemp
Dat is sibberoof!
Blijspel in twee bedrijven.
Personen:
Drs. Jef Rossenhove |
Pol Rossenhove, zijn vader |
Tine Rossenhove, zijn moeder |
Ella van Harpenberg, studente |
Emile Ulvendonck, genealoog |
Dorsten, archiefambtenaar |
Weertman, accountant |
Treeske, meid bij Rossenhove |
Boerenarbeider, vilder, landlooper, beul, schepen van Urdal, kruisvaarder, voorvaderen van Rossenhove, Graaf von Rosenhof, de Gekke barones, baron von Rosenhof, schepen van Dorbeck, kruisvaarder, te annexeeren voorouders. |
Een herder. |
| |
Eerste bedrijf
1e Tooneel. Studiezaal archief. Ella, Jef.
Mijn zinnen staan vandaag niet naar charters en regesten. Zeg, 't is goddelijk weer buiten. We moesten eens naar het Walemerbosch.
Breng me niet in verzoeking. Je weet wat een werk die voorstudie voor mijn proefschrift vordert, vooral nu ik ook nog op de echtheid van de acten letten moet. Ieder lettertje onder de loupe.
Och, jij bent zoo knap, je komt heusch wel klaar. Stel je voor hoe het daarbuiten is: de eene verte blauwt achter de andere, kobalt, lavendel, zilver, en over alles azuur, poeder van azuur op het groen van koren en wei en bosch, azuur de hemelkoepel...
Wat een groote dichteres gaat in jou verloren, wanneer je je begraven blijft in folianten en perkamenten!
| |
| |
Kijk me niet zoo verleidelijk aan, dan voel ik me zwak worden.
Jou ompraten, dat lukt zoo maar niet.
Laten we het op een accoordje gooien: na vier uur, de dagen zijn nu zoo lang. We kunnen tot elf uitblijven. Bovendien is de avond mooier dan de middag.
Vandaag niet. Geen dieper hemelsblauw dan om den middag. Niets verrukkelijker dan het diepste azuur... Maar je weet, ik geef altijd toe; ik kom je dus halen om vier uur. Om Godswil geen thee zetten, we moeten dan zoo naar de bus... Zeg, zoek voor mij en passant in ‘Histoire du comté de Duras’ die passage over den slag bij Montenaken.
Komt in orde, tot straks.
Je belooft alles, kunt alles, doet alles. Je bent een oerkracht. Ik voel me soms oud, eeuwen oud; mijn voorvaderen vervelen me in mijn bloed. Ik ben niet heelemaal frisch...
Jij, de jeugd in persoon, bloeiend als een Meikers... verbeelding!
Jij kunt straks opschieten als een vuurpijl. Je overtreft alles wat voor je was!... Daar komt Ulvendonck, handel in stamboomen... zelf een dubieuze markies. Tot straks.
(Ella af)
| |
2e Tooneel. Jef, Dorsten, Ulvendonck.
Ik behoor toch ook tot de stamgasten hier.
Pas maar op, dat hij u geen voorvaderen gaat aanmeten.
Een aardig stel, dat kan wel effect maken.
Owee, o wee; die wankelt al... Moet ik nog wat uit het dossier de Remonville brengen?
Dank u, vandaag niet. Ik zou wel graag de cynsboeken van de abdij Hoogenrode eens doorkijken.
Ik ga ze even halen. (Dorsten af)
Hij kan wel eens hatelijk zijn... De een doet in voorvaderen,... de ander in groenten en fruit.
| |
| |
Och, een vakterm, meer niet. Eh, zonder indiscreet te zijn: zijt u met genealogische onderzoekingen bezig?
Heusch niet; geen concurrentie.
Nu, het zou me niet verwonderd hebben. Uw geval komt me namelijk nogal interessant voor.
Wel ja; ik heb immers goede gronden om aan te nemen dat de Rossenhoves van de baronnen von Rosenhof uit den Eifel afstammen.
Toch nogal eenig verschil in naam.
Dat beteekent zooveel niet. Wat schrijffouten in acten, wat nalatigheden, en geleidelijk schijnt een ander geslacht te ontstaan. Hebt u al eens geïnformeerd?
Het interesseert me niet genoeg.
Daar moet men niet te licht over denken. Wanneer men rechten kan doen gelden op een praedicaat of titel, dan opent dit de poorten naar een andere wereld. De paar duizend gulden die met erkenning van bewezen adeldom gemoeid zijn, mag men niet als weggeworpen geld beschouwen. Die brengen spoedig rente op... vooral jongelui kunnen dat ondervinden.
Relaties in beter kringen, bijvoorbeeld, zakelijke en persoonlijke.
En als men de afkomst niet heelemaal kan documenteeren?
De waarschijnlijkheid, de vermoedelijkheid verschaft u al een aureool, niet het minst in het buitenland.
Men kan zich ook belachelijk ermee maken. Ik denk aan een zeker speculant.
Die lei het er te dik op. Men moet, als de bewijzen er niet voor honderd procent zijn, suggereeren, desnoods zelf ontkennen... er zijn er altijd die het zeker en beter weten. Bovendien, hoeveel menschen zijn in staat op wetenschappelijke gronden te betwisten?
Ik zou me geen afkomst willen aanmatigen.
Dat mag men ook niet, maar in uw geval lijkt me het risico niet groot.
| |
| |
Penteekening
Tambour
| |
| |
Leven die von Rosenhofs nog?
In 1850 stierf de laatste als abdisse van Wellenthal bij Trier.
Mij interesseert het geval minder, maar vader beweerde altijd, dat er vroeger voorname lui in de familie geweest zijn.
Dat bevestigt mijn vermoeden. Ik zou wel eens met uw vader daarover willen praten.
Ik ga nu toch naar huis, ik zal 't hem vragen.
(Jef af).
Hier zijn de dossiers... Nu we elkaar toch onder vier oogen spreken... de archivaris begint bezwaren te maken.
Er wordt toch geen indiscreet gebruik gemaakt van de notities over die ouwe rooversbende, waarbij ettelijke landjonkers betrokken waren.
Daarover gaat het niet. Hij meent, dat in enkele niet beschreven dossiers stukken bijgevoegd zijn. En dan de kwestie de Remonville; er beginnen hooge heeren de wenkbrauwen te fronsen.
Daar staan wetenschappelijke menschen als wij boven.
Ik waarschuw u maar. Over wat anders: bijt Rossenhove?
Kom, kom,... papa heeft een klein half millioen bij elkaar gescharreld; hij is rijk en wil voornaam worden. Zijn zoon weet zich behengeld door een echte freule, van groote familie, zonder veel geld, maar 'n heel leuk kind, zonder pretenties.
Nou, Rossenhove, Rozenhove, von Rosenhof.
| |
2e Tafereel. Huiskamer bij Rossenhove.
1e Tooneel. Pol, Tine, Weertman.
Dat wordt dan ons afscheid.
Zakelijk vermoedelijk wel, persoonlijk hoop ik van
| |
| |
niet. Wanneer we straks op onze villa wonen in de vrije natuur, dan zult u toch wel eens bij ons binnen willen wippen.
Van den handel zijn wij dan wel af, maar niet van de belastingen.
Ja, dien strijd met den fiscus, wat hebben wij dien met list en geluk gevoerd.
Een goed geleide administratie kan ook winst opleveren, duizenden.
Aan tactiek heeft het ons niet ontbroken.
Een geschikt belastingconsulent te vinden is heel wat waard.
We zullen nu maar eens 'n goed glas op de toekomst drinken.
(Tine belt).
| |
2e Tooneel. Vorigen, Treeske.
Treeske, breng eens 'n flesch Bourgogne, uit het kleine hoekje, je weet wel.
(Treeske af).
Jullie hebt wat bereikt, maar 't is heusch niet alleen per geluk.
Er is lang en hard gewerkt. Wat hebben we in die dertig jaar niet moeten ploeteren! Van vader nam ik een klein volkswinkeltje over. Ik trok erop uit en liet dat boetiekje aan mijn vrouw over; ik probeerde te grossieren. De eerste jaren brachten stroppen, om wanhopig te worden, maar ik gaf 't niet op. De tijden werden gunstiger... de oorlog brak uit, de rest hebt u zelf meegemaakt.
(Treeske komt op met wijn en glazen).
Dat we er nog wat van mogen genieten.
Gezondheid. Nog vele jaren.
Precies op tijd heb ik het gros van de aandeelen onzer N.V. kunnen overdoen.
Beslist, er komt al kentering.
Het geld is goed belegd... Mijn oudste promoveert binnenkort. De twee meisjes zijn nog op de H.B.S.; ze zullen later wel trouwen.
| |
| |
Ze zijn bijdehand genoeg om er eentje aan den haak te slaan.
En rijk genoeg om als goede partij te gelden.
Ze moeten maar wat relaties zoeken ver buiten de stad.
Voor mijn geachte medeburgers blijf ik 't kruideniertje, ook al kraak ik met gemak het gros van de industrieelen.
Zoo is 't nu eenmaal. Dat jullie niet wat verder uit de buurt gaat wonen?
Oude boomen moet je niet overplanten.
Oude boomen! Jullie kunnen nog best dertig jaar ervan profiteeren.
Ik ben ondanks alles, gehecht aan stad en steek. Echt in den vreemde zou ik me niet thuis gevoelen. We trekken tien kilometer verder, daar kent men ons toch al niet meer zoo van nabij.
Waar ligt jullie nieuw domein precies?
In Bolbeek, villa ‘Korenbloem’ aan den Rijksweg... naast Herbicourt.
We hadden geen aangenamer buur kunnen treffen.
Inderdaad, een hark zonder weerga. Ingebeelder en verwaander kerel heb ik nooit ontmoet. Ik heb 't er indertijd neergegooid. Ongelooflijk wat die berooide jonker zich voorstaat op zijn stamboom. Niemand is hem goed genoeg; over notabelen, over bankiers, industriemagnaten en ministers spreekt hij of 't zijn huisknechten geweest zijn. Overigens, vergulde armoe, bescheiden burgerfortuintje.
Zulke kerels moet je slaan met hun eigen wapenen... overbluffen.
Dat zal niet gemakkelijk vallen.
Vriendelijk negeeren, meer is toch niet te doen.
We zullen nog maar eens erop drinken.
Drommels, is 't al zoo laat. Ik heb nog een conferentie. Ik loop dezer dagen nog wel eens aan.
(Weertman af).
Tja, in Bolbeek zullen wij wel de hoogstaangeslagenen worden. Maar inderdaad, het ligt wat dichtbij. We moeten
| |
| |
daarachter de kat uit den boom kijken en afwachten wie een een beleefdheidsvisie brengt.
| |
3e Tooneel. Vorigen, Jef.
Ik heb wat bijzonders... kennis gemaakt met een genealoog... sibbekundige zegt men tegenwoordig... die vermoedt, dat onze familie nog iets met de baronnen von Rosenhof te maken kan hebben. Hij wil er eens over komen praten.
Dat interesseert me wel; grootvader beweerde altijd dat we voorname menschen in het voorgeslacht hadden.
Zal ik hem even opbellen? Hij kan zoo hier zijn; in 'n paar minuten.
Niets aan verloren. Laat hem maar eens praten.
(Jef af).
Er is wat veranderd in den jongen. Vroeger lachte die altijd om zoogenaamde pretenties.
Jij moest er ook niets van hebben. Nu ja, begrijpelijk.
Eigenlijk ben je al net als die Herbicourt... erger, je praalt al met voorvaderen die je nog niet hebt. Ik weet, dat moeder een bleekerijtje hield en dat vader altijd aan de rivier lag te visschen.
Niet boos worden... ik denk aan Jef.
Ik weet wat je bedoelt... dat gescharrel met die freule. Ik zag liever dat hij, als voor kort, alleen maar wat gaf om zijn wetenschap... en adel, handel en geld voor niets telde.
En toch, voor ons zou 't meteen een ware glorie worden, als dat wat gaf. En denk eens aan de toekomst van de meisjes!
Hooger op... maar ook gelukkiger? Nog wat: die freule is niet rijk; soms vrees ik dat 't haar alleen om ons geld te doen is.
Dien indruk krijg ik niet; 't lijkt me een onbedorven kind, een leuke meid. Ze dweept met Jef omdat 't een knappe kop en een aardige jongen is.
| |
| |
Daar belt 't. Zou dat die meneer al zijn?... Ja, dat moet wel...
| |
1e Tooneel. Vorigen, Jef, Ulvendonck.
Mag ik u meneer Ulvendonck voorstellen... Mijn ouders.
Ik ben leider van genealogisch bureau ‘De Toren’.
Mijn zoon heeft me al met een enkel woord verteld wat uw vermoedens zijn.
Ik laat jullie maar samen.
't Was me liever als je mee luisterde, je bent toch ook in de oude perkamenten thuis.
Dat is weer wat anders, een apart vak. Ik moet nu weg. Ik heb met Ella afgesproken; we gaan de bosschen in.
Verwaarloos je studie maar niet.
's Nachts kan ik nog beter werken. Adieu. (Jef af)
In dt vele jaren dat ik me met genealogie, geslachts- of sibbekunde bezig houd, is 't vaak opgevallen hoeveel afstammelingen van voorname vreemde families als gewone burgers in onze steden wonen.
Fortuin is niet trouw... In troebele tijden raakt veel door elkaar, denken we maar aan de Fransche revolutie. Er kan ook degeneratie voorkomen, en soms speelt de liefde een fatale rol.
Ik denk aan Mayerling, aan Louise van Toscane.
Hetzelfde komt ook onder den lageren adel en onder patriciërs voor. Soms ontstaan door kruising van ras totaal onverschillige typen.
Dát mag men niet zeggen. Een door inteelt vervallen geslacht regenereert gewoonlijk op die manier. Frisch bloed. In ieder geval, niet zelden treft men eenvoudige menschen aan die werkelijk van voorname afkomst zijn, doch wier praedicaat door nalatigheid verloren is gegaan.
Wat dacht u van de Rossenhoves?
Ik heb redenen om aan te nemen, dat ik ver-
| |
| |
band zal weten te leggen tusschen u en het adellijk geslacht der von Rosenhofs uit den Eifel... dat uitgestorven is.
Moeten we zeggen: gelukkig?
Het is gemakkelijker, dat begrijpt u.
Anders protesteeren ze zeker.
In ieder geval hoop ik een stamboom te kunnen opstellen, die van baron Ludwig von Rosenhof uit de zestiende eeuw uitgaat.
Ja en neen. Officieel niet, want om zoo'n praedicaat te herwinnen moet je heel sterke stukken overleggen. Bovendien zijn ook nog 'n paar duizend gulden ermee gemoeid.
Dat zou 't ergste niet wezen.
Wanneer de stamboom behoorlijk is opgemaakt kan men natuurlijk al wel pretenties laten gelden. Men is van adellijke herkomst en dus feitelijk ook van adel.
Als het in waarheid zoo wezen kan, dan interesseert 't me natuurlijk wel.
Nu moet ik voor één ding waarschuwen: absolute zekerheid bestaat maar zelden. Zonderen we dynasten uit...
Men verstaat daaronder menschen- die tot regeerende of geregeerd hebbende families behooren. Zonderen we die dus uit, dan vertoonen de geslachtslijsten, ook van de voornaamsten, vaak wat men noemt ontbrekende schakels.
Vóór 1500 wordt veel onzeker. Ik zou frappante voorbeelden kunnen noemen. Daardoor hoeft men zich niet te laten afschrikken. Natuurlijk, als 't erom gaat opnieuw een titel te voeren, een kroontje op het visitekaartje te laten drukken, dan moet alles gedocumenteerd zijn.
Tot de gekroonde hoofden voel ik mij niet aangetrokken.
Men moet zelfs in hoogheid bescheiden kun-
| |
| |
nen wezen. Ik zou u aanraden, laat den stamboom eens onderzoeken, opmaken, en de rest komt vanzelf.
Daaraan zijn natuurlijk kosten verbonden.
Misschien hebt u nog naaste familie, die zich ook ervoor interesseert.
Geen grappen; die is blij als hij zijn achttien monden open houden kan.
Om nu even zakelijk te wezen: ons bureau heeft minimum-tarieven.
Geen maxima; dat belooft wat.
We kunnen limite stellen.
Je koopt voorvaderen of je aandeelen neemt.
Afstamming van patriciers, met stamboom over maximum drie eeuwen, kost minimum duizend gulden. Een jonkheer doet tweeduizend, een ridder drieduizend, een baron vierduizend...
Ga voort, ik ben zakenman, prijsnoteeringen hoor ik graag.
Met de graven springen we naar de zesduizend, markiezen doen tien-, hertogen en prinsen twintigduizend... Natuurlijk, met uitzondering van dynasten, dus brief- of koopadel.
U zult toch ook wel reducties geven?
Natuurlijk; bastaardlinies noteeren 25% lager; vrouwelijke linies zelfs tot 50% toe.
Wat kosten regeerende vorsten, koningen en keizers?
Als het u niet interesseert, even goede vrienden.
't Was maar vrouwelijke nieuwsgierigheid.
Laat ik dan antwoorden, dat we ons met regeerende huizen, met den Almanach de Gotha in 't algemeen zelfs, niet inlaten.
Te gevaarlijk? Te goed te controleeren?
Men moet complicaties vermijden; het zou op schandaaltjes kunnen uitdraaien. Denk aan de affaires om Lodewijk XVII.
| |
| |
Terzake. U is overtuigd dat wij contact met de von Rosenhofs kunnen krijgen.
Overtuigd wel, maar garandeeren durf ik niets. U waagt wat geld, ik wat tijd en moeite.
Er kunnen dus, als ik 't wel heb, vierduizend gulden mee gemoeid raken.
Minimum. Moeten er documenten gereconstrueerd worden...
Dat gebeurt zoo vaak! Dat deden ze in de middeleeuwen ook. We vertrouwen tegenwoordig geen enkel charter meer.
Nu ja, wat de keizer doet, hoeft de raadsheer niet te laten. Zoolang geen erfenissen of titels ermee gemoeid zijn, blijft het particuliere liefhebberij.
We begrijpen elkaar. U kunt het betalen, waarom geen stamboom? De helft van wat in allerlei jaarboeken staat is wat dubieus.
Nog eens terzake: Ik ken het tarief en wou nu ook graag weten hoe groot het voorschot moet wezen.
En als de resultaten tegenvallen?
| |
5e Tooneel. Vorigen, Jef.
We hebben onze bus gemist; we gaan met een volgende over een anderen weg. Ik kom even mijn fototoestel halen.
Ella is beneden. Wil ik haar even roepen? Zij zal wel verstand van die zaken hebben.
Om Godswil niet! Tegenover menschen van echten oeradel moet men voorzichtig zijn en discreet. Wachten tot resultaten overgelegd kunnen worden.
Inderdaad, daar is wat voor te zeggen.
Lieve hemel; ik hoor ze de trappen opkomen.
| |
| |
Vrijmoedig... Jeudige voortvarendheid zullen we maar zeggen.
't Is soms 'n echte wildebras.
| |
6e Tooneel. Vorigen, Ella.
Allemachtig, een heele conferentie... Stoor ik?
Ik heet Ella, of ik verzwind in nacht en nevel!... Och, meneer Ulvendonck, tref ik u hier ook. Is er niet veel te doen in zaken?
Wat bedoelt de hoogwelgeborene?
Nou, nou; niet boos worden. In wezen verschilt het eene beroep niet zooveel van het andere. De een produceert dit, de ander dat. De een begraaft de dooden...
En de ander delft ze weer op... zeg het maar.
Merkwaardig, dat u de genealogie zoo gering schat.
't Is misschien degeneratie.
Regeneratie dan al meteen.
Zeg, Ella, als we van het mooie van den dag in de bosschen nog profiteeren willen, dan moeten we weg, met het trammetje.
In beweging!... En oppassen met die... laat hem eerst monsters toonen.
(Jef en Ella haastig af).
Om op ons onderwerp terug te komen. Ik herhaal: we plegen de helft van het honorarium als voorschot te vragen. Dat moet de directe kosten van reis en verblijf, van afschriften en uittreksels vergoeden.
Vooruit, een paar mille wil ik wel riskeeren. Ik schrijf u een chèque uit.
U zult er veel genoegen van beleven.
't Is vooral voor de kinderen.
(belt) Daar drinken we nog maar eens op.
| |
| |
| |
7e Tooneel. Vorigen, Treeske.
Haal d'r nog maar een op, Treeske.
Wanneer speciale kosten gemaakt moeten worden waarschuw ik vooruit.
Onder ons: niet te veel surrogaat leveren.
Ik ben een man van de wetenschap, geen falsificateur.
Het was niet zoo kwaad bedoeld.
(Treeske terug met flesch. Er wordt ingeschonken).
Op de gezondheid van onze echte voorvaderen!
Op een groote toekomst voor het geslacht van Rossenhove.
Hoeveel draaien er zich nu om in hun graf?
Een statistieken-maniak heeft eens uitgerekend, dat, over tien eeuwen genomen, ieder mensch circa 25 millioen voorvaderen en voormoederen heeft.
Dan wordt het nu onrustig onder den grond. Prosit!
(Slot volgt)
|
|