Roeping. Jaargang 3(1924-1925)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 386] [p. 386] [Gerard Bruning] De bazuin-engel van Notre Dame ‘....la plus formidable Caravane....’ (Cinema-tekst) O mildheid der slanke ogivalen: daarachter berijdt hij - standvastige ruiter - ontsteld de flanken der ronkende stad. Toen onze schamelheid een luie lach werd en de stad ons lauwe bloed en onze weerloosheid bespeelde, spleet het signaal den voornacht: la caravane vers l'ouest la caravane vers l'ouest la caravane vers l'ouest.... magnifique epopée du Far West. De ruiter rijdt. Fauteuils: en onze weerlooze lendenen, geruchtloos woedt het gevecht der chimèren. De ruiter rijdt. Al-nachtelijk hangen zijn vleugels zwart gespreid, ontsteld berijdt hij de flanken der ronkende stad. O karavanen, de ruiter rijdt. GERARD BRUNING [pagina 387] [p. 387] Straatmuzikanten air mélancolique De straat is mijn wrang verdriet, mijn grijze pijn in den wentelenden dag: aan den straathoek schuilt het ijl harmonika, en de zoete heimwee der mandoline vervult de menschen met een kleine pijn: schuifelend muziekje aan de grijze steen van het huis, aan de grijze steen grijze steen, - spoorloos. Grijze steen aan de grijze steen aan de grijze steen van het huis schuilt het ijl harmonika, en de zoete heimwee der mandoline: grijze pijn in den wentelenden dag. De straat is mijn wrang verdriet. GERARD BRUNING Vorige Volgende